Periode:

Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949)

Rang:

Tijdelijke sergeant der Mariniers oorlogsvrijwilliger

Eenheid:

Korps Mariniers

Toegekend op:

12 april 1947

"Heeft zich door moedig optreden tegenover de extremisten onderscheiden, door op 22 Juli 1946, na een als commandant van een sectie mitrailleurs ontvangen opdracht om, onder bescherming van een geweergroep, bij de brug nabij Botokan over het Menganti Kanaal een mitrailleur in stelling te brengen, ondanks het feit, dat tijdens het voorwaarts gaan naar deze brg op een zoo sterken weerstand werd gestuit, dat ade brug niet kon worden bereikt, den mitrailleur toch in stelling te hebben gebracht en met zijn karabijn eenige verspreid opgestelde geweerschutters onder vuur te hebben genomen.

Alhoewel hij tijdens dit gevecht werd gewond, ging hij door met bevelen geven. Na zich te hebben laten verbinden werd hij opnieuw, doch nu dodelijk, getroffen.

Onze Minister van Marine is belast met de uitvoering van dit besluit, waarvan afschrift zal worden gezonden aan den Kanselier der Nederlandsche Orden.

's-Gravenhage, 12 April 1947"

v.g. WILHELMINA

De MINISTER VAN MARINE
w.g. J.J.A. Schagen van Leeuwen

K.B. nr 99 (postuum toegekend)