- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Kapitein
- Eenheid:
- 11e Grens Battaljon, Wapen der Infanterie
Voordracht:
“Heeft zich door het bedrijven van bijzonder moedige en beleidvolle daden in den strijd tegenover den vijand onderscheiden, door op den vroegen morgen van 10 Mei 1940 onverschrokken en op bezielende wijze zijn compagnie, die in front en op de opengevallen flank door den, over het Maas/Waalkanaal bij Hatert doorgedrongen, vijand werd bedreigd, aan te voeren; daarbij het verloren terrein en zelfs de door een neven-onderdeel prijsgegeven kazematten opnieuw te bezetten en den vijand op zijn flank in bedwang te houden, totdat hij in den namiddag van dien dag op bevel moest terugtrekken; voorts door in den namiddag van 13 Mei, nadat Rhenen reeds door de eigen onderdeelen was verlaten en door den vijand bezet, de brandende stad aan het hoofd van zijn, door voorafgaande nachtmarschen zeer vermoeide compagnie, ondanks van verschillende zijden ontvangen vuur, vastberaden en opnieuw binnen te rukken en, in een zwaar gevecht, daarbij bestookt door vliegtuigen, door te dringen tot aan en voorbij den spoorbaan en de spoorbrug over den Neder-Rijn Oostelijk van deze plaats; tenslotte, nadat hem was gebleken, dat de aanvallen van nevenonderdeelen niet waren geslaagd en hij tegen de overmacht alleen stond, op zoodanige beleidvolle wijze terug te gaan, dat hij daardoor en door zijn persoonlijke inwerking zijn compagnie volkomen in de hand wist te houden, om den verderen terugmarsch van zijn bataljon als achterhoede te dekken”.
K.B. no. 10 van 13 november 1946.