TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Beck, Ludwig August Theodor

Geboortedatum:
29 juni 1880 (Biebrich, Duitsland)
Overlijdensdatum:
21 juli 1944 (Berlijn, Duitsland)
Nationaliteit:
Duitse (1933-1945, Derde Rijk)

Biografie

Ludwig August Theodor Beck (29 juni 1880 in Biebrich – 21 juli 1944 in Berlijn-Tiergarten) was een Duitse legerofficier (sinds 1938 Generaloberst) die meedeed aan de aanslagpoging op Adolf Hitler op 20 juli 1944.

In oktober 1933 werd Beck chef van het Tuppenamt in het Reichswehrministerium en twee jaar later Generalstabchef van het leger. Na korte tijd ontving hij op 1 oktober 1932 de dienstgraad van een generaal van de artillerie. Als Generalstabchef was hij naast andere militairs voor de uitrusting van het leger verantwoordelijk. In juni 1937 zorgden de gesprekken met maarschalk Phillipe Pétain, generaal Maurice Gamelin en oorlogsminister Édouard Daladier ervoor dat hij naar Parijs ging. Nadat Adolf Hitler op 5 november 1937 voor de Reichsaußenminister (Konstantin Freiherr von Neurath), de Oberbefehlshaber van de Wehrmacht (Werner von Blomberg) en Oberbefehlshabers van het leger (Werner von Fritsch), de mariene (Erich Raeder) en Luftwaffe (Hermann Göring) zijn oorlogsplannen had openbaard, bekritiseerde Beck de plannen van de Führer om Tsjechoslowakije zo snel mogelijk aan te vallen. Hij vond Hitlers overwegingen deprimerend toen hij van Hoßbach een schriftelijke kopie van de plannen onder ogen kreeg. Beck was niet tegen een uitbreiding richting Oostenrijk en Tsjechoslowakije, maar hij was geschokt door de roekeloosheid waarmee Hitler bereid was Duitsland in een oorlog met de west machten te storten. Hij vatte zijn kritiek samen in tien punten en stelde vast dat het leger mee zou moeten beslissen over oorlog en vrede.

In 1938 probeerde Beck een gemeenschappelijk samenkomen van militairen te organiseren tegen de oorlogsplannen van Hitler. Beck ging naar Brauchitsch om aan te kondigen dat hij zou terugtreden, mocht Hitler verder op een oorlog blijven opdringen. De aansluitende samenkomst van 4 augustus 1938 liet zien dat alle commanderende generaals een uitgebreide oorlog als ramp beoordeelden. Bij de vraag of een aanval op Tsjechoslowakije onvermijdelijk ook tot een conflict met de west machten zouden leiden, spraken alleen generaal Busch en Reichenau tegen. Toen Reichenau korte tijd later Hitler vertelde over deze samenkomst, verlangde deze dat de Generalstabchef zou aftreden. Hij had een minister al tijdens de Blomberg-Fritsch crisis toevertrouwd dat Beck de enige officier was waarvoor hij angst had: "De man is in de positie er iets tegen te doen". Op 18 augustus 1938 vroeg Beck om de ontheffing van zijn positie en negen dagen later gaf hij zijn werkzaamheden officieel aan Franz Halder over. Hij weigerde op het verzoek van Hitler in te gaan en zijn aftreden publiekelijk bekend te maken. Met ingang van 1 november 1938 stopte Beck met de actieve Dienst, omdat ook de Septembersamenzwering van 1938 niet doorging.

Weerstand en dood
In de daarop volgende jaren was Beck bij het verzet tegen het nationaalsocialisme betrokken. Beck leefde tijdens de oorlogsjaren teruggetrokken in zijn woning in Berlijn. De generaals en maarschalken gingen hem uit de weg en zijn woning werd meer en meer een centrale van de kleine cirkel van het nationaalconservatieve verzet. Zij werd constant geobserveerd door de Gestapo. Naast Carl Friedrich Goerdeler werd Beck een centraal figuur van het verzet. Op 8 januari 1943 spraken de vertegenwoordigers van het militaire en het burgerlijke verzet (onder andere de Kreisauer Kreis) onder leiding van Beck in zijn woning in Berlijn af. Daar probeerden ze het over punten als de beoordeling van het regime, van zijn vernietiging en de toekomstige rol van Duitsland eens te worden. Bij deze geheime bespreken werd Goerdeler als kanselier van een overgangsregering gekozen. Beck werd later door de verzetsstrijders als nieuw Staatsoberhaupt (Reichsverweser) bepaald.

Beck was ook lid van de Mittwochgesellschaft waarin intellectuelen met elkaar afspraken. Zij waren allen kritisch tegenover het nationaalsocialisme en waren gedeeltelijk ook betrokken bij de aanslag op 20 juli.

Na het mislukken van de aanslag op Hitler op 20 juli 1944 werd de verzetsgroep rondom Beck in het Bendlerblock in Berlijn kort voor middernacht gevangen genomen. Hij mocht zelf na na te vragen bij Generaloberst Friedrich Fromm gelegenheid krijgen om een einde aan zijn leven te maken. Nadat dit twee keer was mislukt, beval Fromm een Feldwebel Beck neer te schieten. Op die manier ontkwam Beck aan een vernederend proces voor het Volkgerichtshof vanwege hoogverraad.

Becks lijk werd samen met andere slachtoffers van de aanslag op 20 juli op het Alte St.-Matthäus-Kirchhof in Berlijn-Schöneberg begraven. Later werden de doden door de SS opgegraven en in het crematorium in Wedding vebrand. De as werd op één van de Rieselfelder in Berlijn verstrooid.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Bronnen

  • Foto 1: Wikimedia Commons
  • - Rangliste des Deutschen Reichsheeres, Mittler & Sohn Verlag, Berlin 1930, S. 109 - Eva Fiolet (vertaling)