- Periode:
- Vietnam Oorlog (1955-1975)
- Rang:
- Major (Majoor der Mariniers)
- Eenheid:
- 1st Battalion, 9th Marine Regiment, 3rd Marine Division "Fighting Third", U.S. Marine Corps
Aanbeveling:
Wegens uitzonderlijk waardevol optreden bij het verlenen van opmerkelijke diensten aan de Regering van de Verenigde Staten van Amerika als Executive Officier en Commanding Officer van het 1st Battalion, 9th Marines en vervolgens als assisitent oficier operaties, 3rd Marine Division van 19 mei 1966 tot 1 juni 1967 in het kader van militaire operaties tegen de vijand in de Republiek Vietnam. Aangesteld als Executive Oficer van het 1st Battalion, 9th Marines leverde Major Day waardevolle steun aan de bevelvoerend officier bij de ingewikkelde voorbereiding en uitvoering van talloze operaties tegen een moeilijk te benaderen en hardnekkige vijand. Gedurende die periode nam hij deel aan Operatie Macon, Swannee, Liberty en Ky Lam met als gevolg 579 zeker gedode vijanden, 210 waarschijnlijk en 184 wapens buitgemaakt. Op 20 juli 1966, toen hij het bevel voerde over Task Group Bravo tijdens Operatie Liberty kwamen zijn eenheden in contact met een in aantal sterkere vijand bij Hill 55 in de provincie Quang Nam. Gedurende die operatie was hij bij de aanvallende eenheden om zijn mannen beter te coördineren en aan te sturen. Hoewel hij gewond raakte weigerde hij afgevoerd te worden en bleef bij zijn bataljon tot dat de vijand op de vlucht was gejaagd. Op 24 september 1966 nam hij het commando over het bataljon op zich toen de bataljonscommandant ernstig gewond raakte en werd afgevoerd. Tijdens operatie Deckhouse, 4 – 16 januari 1967, kreeg de eenheid van Major Day meer dan 126 vijanden als zeker gedood op zijn naam, de vernietiging van een granaten- en een mijnenfabriek en het in beslag nemen van 1.200 mijnen, 1.600 granaten, 104 wapens en 125 ton rijst. Op 25 februari raakte hij voor de tweede maal gewond terwijl hij deelnam aan Operatie Chinook II in de provincie Thua Thien. In hoge mate als gevolg van zijn meesterlijke leiding werden 55 vijanden zeker gedood en 50 ton rijst buitgemaakt. Tijdens Operatie Prairie III in de provincie Quang Tri leidde hij zijn bataljon vaardig bij het zeker doden van 425 vijanden, 140 vermoedelijk gedood en 8 krijgsgevangenen gemaakt. Bovendien maakte zijn eenheid 283 individuele wapens buit, 6 82mm mortieren, 2 60mm mortieren, 21 zware mitrailleurs, 41 andere soorten wapens en 800 schoten mortiermunitie. Op 28 maart 1967 werd hij opnieuw ingedeeld als Assistant Operations Officer van de 3rd Marine Division. In die hoedanigheid bleef hij opmerkelijk presteren en toonde opmerkelijke professionele vaardigheden. Vanwege zijn enorme ervaring in de strijd en diepgaande kennis van vijandelijke activitieten toonde hij een uitzonderlijk inzicht, een grondig begrip van tactische vereisten en een scherp oog voor detail. Zijn inspirerende leiding en superieur organisatietalent kwamen tot uiting in het soepel en efficiënt functioneren van zijn sectie onder de spanning van talloze gevechtsoperaties. Met zijn opmerkelijk professionalisme, zijn superieure vaardigheden en onwankelbare plichtsbesef gedurende de hele periode hield Major Day de beste tradities van het Marine Corps en de Amerikaanse Matine hoog. Major Day is gerechtigd tot het dragen van de Combat V
Met "Combat V" device