Eduard Roschmann alias F(r)ederico Wegener alias slachter van Riga (25 november 1908 in Graz – 10 augustus 1977 in Asunción/Paraguay) was commandant van de getto’s in Riga en het concentratiekamp Riga-Kaiserwald.
Van 1927 tot 1934 was Roschmann lid van de Steirische Heimatschutz en het Vaderlandse Front. In 1938 werd hij lid van de NSDAP en de SS.
Sinds januari 1941 werkte Roschmann eerst in het Reichssicherheitshauptambt bij de Sicherheitsdienst en later in afdeling IV (Gestapo) bij de commandant van de Sicherheitspolizei en van de SD in Letland. Hij was lid van Einsatzgruppe A en aan het einde van 1941 "Judenreferent" in de getto van Riga. Vanaf 1943 was hij gettocommandant en werd hij berucht als "slachter van Riga". In 1944 werden de Joden die daar vermoord werden in het teken van Sonderaktion 1005 verbrand om sporen uit te wissen.
De SS die de getto bezette vluchtte voor het naderende Sovjetse front in oktober 1944 uit Riga richting Danzig dat nog relatief veilig was. Vanuit daar reisde Roschmann met enkele andere SS-leden naar Zuid-Duitsland richting de Oostenrijkse grens. Hij deed daarbij zijn SS-uniform uit en probeerde onder te duiken in een uniform van de Wehrmacht. Bij een controle achter de Oostenrijkse grens werd Roschmann bij een ontsnappingspoging beschoten. Daarna verstopte hij zich midden 1945 bij vrienden in het gebied rondom Graz. Nadat hij genezen was dook hij opnieuw onder en verstopte hij zich met hulp van vervalste papieren bij andere oorlogsgevangenen.
Nadat hij uit dit gevangenschap werd ontslagen in 1947 werd Roschmann onvoorzichtig en bezocht hij zijn vrouw in Graz. Daar werd hij door vroegere gevangenen in het concentratiekamp herkend en werd hij vervolgens door de Britse militaire politie gevangen genomen. Op het transport naar het interneringskamp Dachau lukte het hem te vluchten. Hij verliet Oostenrijk over de "groene grens" naar Italië. Daar ontving hij in 1948 een nieuw paspoort van het Rode Kruis en kreeg hij de naam "Frederico Wegener". Hiermee lukte het hem door een zogenaamde "Rattenlinie" te ontsnappen van Genua naar Argentinië.
Roschmann richtte in Argentinië een hout-import-exportfirma op en trouwde, hoewel hij van zijn eerste vrouw niet gescheiden was. Toen hij in 1958 met zijn tweede vrouw een filiaal in de Bondsrepubliek opende, kwam hij zijn eerste vrouw tegen die niets van zijn tweede vrouw wist. Zij klaagde hem in Graz aan vanwege bigamie.
Na zijn terugkeer in Buenos Aires ontving Roschmann in 1968 de Argentijnse nationaliteit. In juli 1977 ging er een Argentijns arrestatiebevel tegen Roschmann uit, vanwege een uitleveringsverzoek van de staatsaanklager in Hamburg. Roschmann lukte het te vluchten naar Paraguay waar hij op 10 augustus in Asunción stierf.
Frederick Forsyth maakte Roschmann tot een hoofdpersoon in de roman "Geheim dossier Odessa" dat in 1972 verscheen. In dit boek wordt hij geportretteerd als belangrijke acteur in de fictieve organisatie "Organisation der ehemaligen SS-Angehörigen". De echte Roschmann heeft weinig met de fictieve Roschmann in dit boek te maken.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!