Periode:

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Rang:

Second-Lieutenant (2e Luitenant)

Eenheid:

Headquarters, 2nd Infantry Division, British Army

Toegekend op:

11 juli 1940

Aanbeveling:
Vanwege de aard van hun werk werd van de Divisional Motor Contact Officers voortdurend geëist dat ze het meest dringende en gevaarlijke werk deden. Daarom werkten ze vaak op de achtergrond maar niettemin deden ze hun werk met vaardigheid, vastberadenheid en moed die erkenning verdienen. In het bijzonder 2nd Lieutenant Langley-Smith die twee keer werd opgeblazen en ondanks dat hij geschrokken was en het een en ander incasseerde bleef hij op een koele en dappere manier zijn taken uitvoeren.
Voorgedragen door Maj. Gen. N.M.S. Irwin, commandant 2nd Infantry Division.

Periode:

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Rang:

Acting Lieutenant-Colonel (Waarnemend Luitenant-Kolonel)

Eenheid:

C Squadron, 2nd Derbyshire Yeomanry, Divisional Troops, 51st (Highland) Infantry Division, British Army

Toegekend op:

8 december 1945

Aanbeveling:
Lieutenant-Colonel Langley-Smith was tijdens de campagne in de Ardennen verantwoordelijk voor de patrouilles van het Verkenningsregiment. Door zijn vaardige inzet van deze patrouilles en door zijn energie en beoordeling van hun zoekgebied verzekerde hij dat er heel vroeg contact werd gemaakt met de Amerikanen, er een groot aantal gevangen werd gemaakt en een aanzienlijke hoeveelheid Duitse uitrusting buitgemaakt. Gedurende een periode waarin de omstandigheden bijna zo ongeschikt als maar mogelijk waren voor hun inzet, behaalde hij het maximale resultaat uit zijn pantserpatrouilles en zijn scherpe beoordeling en vastberaden leiderschap hadden een duidelijke invloed op de snelle beëindiging van de campagne waardoor de Ardennen werd bevrijd.
(Aanbevolen op 05.11.1945 door Brig. J.A. Hopwood, commandant van de 154th Infantry Brigade, overgenomen op 08.10.1945 door Maj.Gen. A.J.H. Cassels, commandant van de 51st (Highland) Infantry Division, en op 09.10.1945 door Maj.Gen. R.A. Hull, commandant van het 30 Corps.)

Periode:

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Rang:

Acting Lieutenant-Colonel (Waarnemend Luitenant-Kolonel)

Eenheid:

C Squadron, 2nd Derbyshire Yeomanry, Divisional Troops, 51st (Highland) Infantry Division, British Army

Toegekend op:

8 december 1945

Met palm

Periode:

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Rang:

Temporary Major (Tijdelijk Majoor)

Eenheid:

C Squadron, 2nd Derbyshire Yeomanry, Divisional Troops, 51st (Highland) Infantry Division, British Army

Toegekend op:

24 januari 1946

Aanbeveling:
Deze officier landde op D-Day in Normandië als bevelhebber van C Squadron van dit regiment en bleef tot 14 januari 1945 in die functie toen hij tot onderbevelhebber van het regiment werd benoemd. Zijn squadron kwam bijna onmiddellijk in actie in het bruggenhoofd aan de Orne en sloeg een zeer vastberaden Duitse tegenaanval af in het gebied rond Escoville op 16 en 17 juni 1944. Tijdens de operaties volgend op de doorbraak bij Caen was het squadron voortdurend in actie tot aan de Seine en later in Nederland en in de Ardennen. Onder zijn efficiënte leiding kon men er altijd van op aan dat ze hun werk goed deden; hijzelf was voortdurend een toonbeeld van kalmte en vertrouwen terwijl hij een talent had voor het overbrengen van opgewektheid aan alle rangen wat van de grootste waarde was. Sinds hij onderbevelhebber is heeft hij veel uitstekend werk gedaan op het administratieve vlak en zijn diensten tijdens de campagne lagen op een hoog niveau
Voorgedragen op 30.06.1945 door Lt.Col. W.P. Serocold, commandant van 2nd Derbyshire Yeomanry, gesteund op 26.07.1945 door Maj.Gen. A.J.H. Cassels, commandant 51st (Highland) Infantry Division en op 21.08.1945 door Lt.Gen. B.G. Horrocks, commandant 30 Corps.

Periode:

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Rang:

Acting Lieutenant-Colonel (Waarnemend Luitenant-Kolonel)

Toegekend op:

25 maart 1949