Woonde in Amsterdam, Nicolaas Witsenkade 46 hs. Zoon van Samuel Vredenburg (29 oktober 1859 Amsterdam – 21 maart 1906 Amsterdam) en Setje Witstijn (12 februari 1861 Rotterdam – 4 januari 1939 's-Gravenhage). Trouwde op 30 mei 1912 in Amsterdam met Margarete Henriette Peiser (9 mei 1889 Halle aan de Saale, Duitsland). Dit huwelijk eindigde op 28 april 1930 in een echtscheiding. Op 5 november 1940 huwde Vredenburg met Magdalena de Ruijter (19 februari 1905 Amsterdam – 23 november 1972 Amsterdam). Zijn weduwe hertrouwde op 27 januari 1949 met Fredrikus Johannes Gerardus Schouten (3 mei 1890 Den Helder – 4 september 1973 Amsterdam). Accountant/belastingconsulent. Tot 7 maart 1945 was hij gedetineerd in de gevangenis in Scheveningen. Na overbrenging naar Kamp Amersfoort volgde al snel overplaatsing naar concentratiekamp Neuengamme, waar hij op 18 maart 1945 aankwam. Vervolgens is hij naar het buitenkamp Hannover-Stöcken vervoerd. Bij de ontruiming van dit kamp maakte hij op 8 april 1945 deel uit van een transport van 600 oude en zieke gevangenen, dat in het kleine station Mieste in de Kreis Gardeleben strandde. Waarschijnlijk behoorde Vredenburg tot de 1016 gevangenen die in de nacht van 13 op 14 januari 1945 in de veldschuur op het landgoed Isenschnibbe dichtbij de stad Gardeleben om het leven zijn gebracht. Het Joods Digitaal Monument, de Oorlogsgravenstichting en de persoonskaart van zijn tweede echtgenote vermelden 14 april 1945 als overlijdensdatum. Het Digitaal Monument Neuengamme gaat daarentegen uit van 12 april 1945 uit. Als dat laatste klopt, zou Vredenburg al voor de massamoord in de schuur zijn overleden. Zie verder Schrijver, Pieter Gerardus en de Bruin, Jan de.
Begraven op het Kerkhof te Gardelegen.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!