Rolf Meyer werd geboren in Helsinki (Finland) als zoon van de Koopman Otto Meyer, deze was actief in de houthandel. Het mag worden aangenomen dat de houthandel de reden is dat de familie in Finland woonde. Rolf, die in familiekringen alleen "Rölli" werd genoemd, zou eveneens koopman worden. Dat blijkt uit informatie die de oom van "Röllie" aan de Deutsche Dienststelle verstrekte. De oudste sporen in de Finse archieven dateren van 1920. Uit familiekringen was te vernemen dat de familie ca. 1930 naar Duitsland terug keerde. Otto Meyer had in Friedrichsgabe een bedrijf voor bouwmaterialen. Friedrichsgabe is een deel van Norderstedt in Schleswig-Holstein.
Het bedrijf dat nog steeds "Otto Meyer Baumarkt" heet is al decennia niet meer in familiebezit.
De militaire loopbaan van Rolf Meyer is redelijk bekend, al moeten twee bronnen worden aangetapt. De twee laatste eenheden werden door de oom van Rolf Meyer op een formulier genoteerd. Hij beriep zich op 2 brieven die Rolf aan zijn ouders had gestuurd, helaas zijn deze 2 brieven niet meer gevonden en moeten als verloren worden beschouwd. Rolf Meyer deed vooral dienst in Infanterieonderdelen, aan het oostfront. Ook weten we dat hij nogal eens (4x) aan zijn voet(en) gewond raakte. Zijn weg naar de Kommandokompanie 150. Panzerbrigade is niet gedocumenteerd. Rolf Meyer maakte deel uit van de groep van 7 die nabij Géromont werd gepakt. De gebeurtenissen daar zijn te na te lezen bij Arno Krause. Hier en daar komen we Rolf Meyer tegen onder de naam Rolf Benjamin Meyer. Deze staat bijvoorbeeld ook op het death certificaat van het Internationale Rode Kruis. Vanaf nu krijgt het verhaal een wat wrange smaak. Op het death certificate staat dat Rolf Benjamin Meyer dood werd gevonden nabij Gëromont (nabij Malmedy). Zou Rolf Meyer daadwerkelijk dood zijn gevonden had de tweede voornaam niet op het certificaat kunnen staan. Rolf Meyer heeft namelijk op een bepaald moment tegen zijn vader gezegd dat hij de tweede voornaam "Benjamin" zou gebruiken als hij door Amerikanen zou worden opgepakt, dit in de hoop dat een joodse voornaam hem zou helpen.
Kijken we naar zijn verblijf in het leger zien we hem alleen aan het oostfront. Met een redelijk vermoeden kunnen we dit idee dus toeschrijven aan zijn voornemen om aan de operatie "Greif" deel te nemen. Waarbij uitdrukkelijk moet worden vermeld dat niemand in de familie wist wat er gaande was. De vader van Rolf is er uiteindelijk (1977) in geslaagd te weten te komen dat zijn zoon dood is, en in Lommel begraven ligt. Samen met zijn zwager bezocht hij het graf. Hij was ook het een en ander over de omstandigheden te weten gekomen waarin zijn zoon terecht gekomen was. Over de omstandigheden van de dood van zijn zoon kan niets bekend zijn geweest, aangezien zijn zwager de zoektocht naar antwoorden voortzette. De moeder van Rolf Meyer was hiervan allemaal niet op de hoogte, Otto Meyer kreeg het niet over zijn hart haar de waarheid te vertellen. Mocht Otto Meyer het death certificate gezien hebben moet hij meteen hebben gezien dat er iets niet klopte. Zijn zwager die de zoektocht naar antwoorden voortzette wist het in ieder geval. Hij vulde een vragenlijst van de Deutsche Dienststelle in Berlijn in en bij die lijst voegde hij een notarieel bevestigde kopie van het death certificate. Op het formulier legde hij uit hoe die tweede voornaam tot stand was gekomen. Het certificaat dat op zich al vreemd genoeg is heeft nog één bijzonderheid. Het document dat voorzien is van een originele handtekening van Fred G. Steiner, Major Infantery Asst. Provost Marshal komt niet van het Rode Kruis af. In Genčve hadden ze geen certificaat van Rolf Meyer. Van het opgedoken formulier is aan hun een kopie verstrekt. Alle certificaten die via het Rode Kruis bij de Deutsche Dienststelle en daarna bij de familie terecht kwamen zijn voorzien van een registratienummer, een RAD nummer. Op het certificaat van Meyer ontbreekt zo een nummer. Het registratienummer hoort boven rechts te staan.
De ellende rond de zoektocht naar zijn zoon is niet zonder gevolgen voor Otto Meyer gebleven. Op 14.06.1977 kreeg Otto Meyer in een intercity op het Centraal Station van Hannover een fataal hartinfarct. De volgende dag koos zijn vrouw ervoor om hem te volgen. In de literatuur/ op internet vindt men een foto van 2 Duitse krijgsgevangenen, gekleed in dikke winterjas. De twee worden bewaakt door 2 gewapenden Amerikaanse MPs. In een aantal gevallen worden de namen Billing en Schmidt genoemd. Dat is onjuist. Neemt men zich de moeite de foto goed te bekijken ziet men dat ook. Een van de twee is Rolf Meyer, het is de rechtse krijgsgevangene. Op de site, zie onderaan bij de bronvermelding zijn foto’s te vinden van beide krijgsgevangenen. De andere krijgsgevangene is ook geďdentificeerd, bij hem is de identificatie nog veel duidelijker aangezien de kwaliteit van de foto’s die van Rolf Meyer bewaard gebleven zijn te wensen over laten.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!