- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Lieutenant Colonel
- Eenheid:
- Headquarters, 26th Australian Infantry Brigade, 9th Australian Division, Australian Army
- Toegekend op:
- 8 maart 1945
Aanbeveling:
Wegens opmerkelijk leidershap en dienstverlening in de periode tussen september en december 1943.
Brig. Whitehead voerde het commando over de Australische 26th Infantry Brigade die op 4 september 1943 op Red Beach ten oosten van Lae landde en onmiddellijk als vooruitgeschoven eenheid van de divisie westwaarts langs de kust verder trok naar Lae. Hij voerde zijn brigade deskundig aan gedurende de zeer succesvolle operaties van de divisie dat resulteerde in de snelle verovering van Lae.
De Brigade ging in de nacht van 19 op 20 oktober op G Beach bij Lae aan boord voor de landing bij Finschafen in de Baai van Langemak en kwam bij de reserve van de divisie. Op dat tijdstip bezette de Japanse 20ste divisie met eenheden van andere divisies de Satelberg die het gebied beheerste en ook de Wareo bergen in het noorden en had onlangs een aanval met een divisie geopend op onze posities in de omgeving van Katika en Scarlet Beach.
Daarna trok de divisie verder noordwaarts langs de kust, veroverde eerst een vitale positie en daarna een aantal verdedigingsstellingen in het oosten. In samenwerking met andere eenheden van de divisie viel de brigade de vooruitgeschoven vijandelijke posities in het achterland aan. De brigade had de zwaarste taak van de divisie en door hard en vastberaden vechten volbracht de brigade al zijn taken met succes. Brigadier Whitehead voerde het commando met grote moed en vastberadenheid en met uitgesproken deskundigheid en inzicht.
De gedetailleerde plannen van de brigade voor deze serie operaties werden door Brigadier Whitehead opgesteld en zijn uitvoering van die operaties was krachtig en meesterlijk en toonden uitstekend inzicht en bevelvoering; dat alles droeg grotendeels bij aan de totale nederlaag van de vijand.
Brigadier Whitehead kreeg opdracht de Satelberg aan te vallen en te veroveren, verder te trekken naar Wareo en dat later te veroveren. Als ondersteunende wapens beschikte hij over veldartillerie en Matilda tanks.
Het terrein was extreem zwaar en bestond uit bergruggen begroeid met dichte jungle en bamboebossen, diepe ravijnen met steile hellingen en vlijmscherpe bergkammen.
De vijand had sterke ingegraven stellingen ingericht, goed geplaatst met natuurlijke camouflage en in veel gevallen bijzonder moeilijk via de flanken te benaderen. De operatie omvatte een aantal aanvallen door eenheden van de brigadegroep. De eerste aanval begon op 17 november 1943. De aanval werd met grote vastberadenheid en felheid ingezet. De voortgang was noodzakelijkerwijs traag en de verbindingen uiterst moeilijk te handhaven. De vijand streed hardnekkig maar alle aanvallen van de Aust. Inf. Bde Gp werden onophoudelijk en vastberaden doorgezet. Op 18 november werd Coconut Ridge veroverd, een belangrijk punt onder Satelberg. De laatste aanval op Satelberg zelf werd uitgevoerd over het meest bergachtige terrein dat de divisie tijdens de campagne was tegengekomen. Op 25 november, na voortdurende felle gevechten werd Satelberg veroverd.
De brigade trok onmiddellijk verder naar de sterke vijandelijke positie aan de voet van het Wareo gebergte. Het terrein was hetzelfde en in sommige opzichten nog zwaarder dan dat bij Satelberg. Op 26 november werd Mosankoo bezet en de volgende dag werden Mogako, Kuanko, Peak Hill en Joangang in de eerste week van december bezet na vastberaden gevechten in bergachtig terrein en Wareo werd op 8 december veroverd.