- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Acting Flying Officer (Waarnemend 1e Luitenant-vlieger)
- Eenheid:
- No. 463 (RAAF) Squadron, Royal Air Force
- Toegekend op:
- 3 augustus 1945
Aanbeveling:
Op een nacht in april 1945 waren deze drie mannen respectievelijk piloot, navigator en boordwerktuigkundige van een vliegtuig dat was uitgestuurd om de zwaar verdedigde olie installatie bij Tonberg aan te vallen. Toen ze het doel naderden werd het toestel aangevallen door een vijandelijke jager en zwaar beschadigd. Flying Officer Cox en Sergeant Simpson liepen verwondingen op maar bleven desondanks op hun post. De neus van het toestel werd verbrijzeld
en er ontstonden gapende gaten in de romp. De ruiten van de cockpit waren eruit geblazen en veel instrumenten gingen verloren. Het bommenrichtapparaat werd onbruikbaar en het was daarom onmogelijk het doel met enige nauwkeurigheid te bombarderen. Het vliegtuig begon hoogte te verliezen en het leek erop alsof het verlaten moest worden maar F/O Cox slaagde erin het toestel onder controle te houden. Hij manoeuvreerde daarna zijn toestel vaardig om zijn schutters in staat te stellen om de vijandelijke jager aan te vallen die daarna brandend neerstortte. Ondertussen deden F/O Wainwright en Sergeant Simpson al het mogelijke om hun piloot te asisteren in zijn poging het kreupele toestel naar een eigen vliegveld te vliegen, ondanks de hevige pijn die zij leden doordat hun handen bevroren waren door de ijskoude wind die door de open neus van het toestel blies. Na veel moeilijkheden slaagden ze er eindelijk in een basis te bereiken en een knappe landing te maken. De kalmte, de moed en het plichtsbesef van deze mannen waren een aanmoediging voor het squadron.
Voor deze actie werd de DSO ook toegekend aand
Flying Officer Wainwright en de CGM werd toegekend aan
Sergeant Simpson.