TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

List, Siegmund Wilhelm Walther

Geboortedatum:
14 mei 1880 (Oberkirchberg, Duitsland)
Overlijdensdatum:
17 augustus 1971 (Garmisch-Partenkirchen, Duitsland)
Nationaliteit:
Duitse

Biografie

Siegmund Wilhelm Walther List (14 mei 1880 in Oberkirchberg bij Ulm – 16 augustus 1971 in Garmisch-Partenkirchen) was een Duitse legerofficier (sinds 1940 generaal-veldmaarschalk) en opperbevelshebber van verschillende legers en legergroepen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij werd in het proces "Generaals in Zuid-Europa" in 1948 als oorlogsmisdadiger veroordeeld.

Tijd voor de oorlog
Op 1 oktober 1933 werd List bevelhebber in de Wehrkreis IV (Dresden) en commandant van de vierde divisie. Twee jaar later, op 1 oktober 1935 werd List benoemd tot generaal van de infanterie en was hij commanderende generaal van het vierde legerkorps.

In februari 1938 nam List de positie van opperbevelhebber van het Heeresgruppenkommando 2 in Kassel over. Al op 1 april werd List nadat Oostenrijk zich aansloot bij het Duitse Rijk opperbevelshebber van Heeresgruppenkommando 5 in Wenen en had hij de opdracht het Oostenrijkse Staatsleger in de Wehrmacht over te laten gaan. Op 1 april 1939 werd hij gepromoveerd tot Generaloberst.

Tweede Wereldoorlog
Als opperbevelhebber van het 14de leger nam List deel aan de Polenfeldzug op 1939 en ontving hij op 20 september van dit jaar das Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes. Bij de Westfeldzug stond zijn legergroep (die nu het twaalfde leger heette) onder leiding van Heeresgruppe A in het centrum van het front. Voor zijn grote aandeel aan de overwinning over Frankrijk werd hij op 19 juli tot generaal-veldmaarschalk gepromoveerd (net als 11 andere generaals).

In de Balkanfeldug op 6 april 1941 was List opperbevelshebber van het twaalfde leger en in deze positie chef van de gezamenlijke grondoperaties tegen Griekenland en Oost-Joegoslavië. Op 21 april ontving List de Griekse capitulatie nadat vier dagen eerder op 17 april het Koninkrijk Joegoslavië capituleerde. Aan de grens van de Griekse capitulatie ontstonden spanningen met de toenmalige bondgenoot Italië. List liet, met toestemming van Hitler het ondertekenen van de capitulatie zonder Italiaanse officieren gebeuren. Nadat de Italiaanse dictator Mussolini bij Hitler protesteerde, stuurde deze de chef van de Wehrmachtführungsstabes, Alfred Jodl naar Griekenland om het verdrag van de capitulatie een tweede keer – deze keer met inmenging van de Italianen – te ondertekenen.

Nadat de Balkanfeldzug was afgesloten, werd List Wehrmachtbefehlshaber Südost. In deze functie had hij de leiding over de militaire bevelshebbers in Servië en Noord- en Zuid-Griekenland. Op 4 oktober 1941 gaf hij het bevel het verzamelkamp voor gegijzelden (Sammellager für Geiseln) op te richten om deze bij het verzet van partizanen dood te kunnen schieten. Vanwege een ziekte gaf List zijn post in oktober 1941 weer op.

Begin 1942 ontving List van Hitler de opdracht een inspectie door het sinds 1940 bezette Noorwegen te ondernemen. Hij moest hier bij de afweer tegen een Britse landing aan de Noorse westkust bemiddelen.

List, die niet overmatig dicht bij het nationaalsocialisme stond en deze instelling niet voor Hitler verborgen hield, werd eerst op aanraden van verschillende officieren uit de Wehrmacht en legerleiding nieuwe opdrachten toevertrouwd. Op 1 juli 1942 kreeg List het opperbevel over de nieuw gevormde Heeresgruppe A in het zuiden van het Ostfront. In deze positie kreeg hij al snel ruzie met Hitler over de leiding van de operatie. List werd al op 10 september van zijn positie als opperbevelshebber van Heeresgruppe A ontbonden.

Hij werd tot het einde van de oorlog niet opnieuw ingezet. Ook toen List zich niet bij het militaire verzet aansloot, is toch geregistreerd dat hij na de aanslag van 20 juli 1944 geen blijk van loyaliteit naar Hitler had gestuurd, in tegenstelling tot verschillende andere hoge officiers.

In mei 1945 werd hij door Amerikaanse troepen in Garmisch-Partenkirchen gevangengenomen.

Tijd na de oorlog
Bij de Neurenbergse processen tijdens het zogenaamde "Geiselprozess" ook bekend als proces van de Zuidoost-generaals werd Wilhelm List in 1948 tot een levenslange gevangenisstraf veroordeeld. In zijn slotwoord gaf hij zijn mening over de moorden op burgers en probeerde elke vorm van schuld te ontkennen: "De schuld blijft bij diegenen die deze strijd vanaf het begin gruwelijk en gluiperig op de Balkanse manier hebben gevoerd."

De Amerikaanse hoge commissaris John Jay McCloy wees op 31 december 1951 na overleg met een adviescommissie het verzoek tot gratie van List af. In een mededeling aan de pers legde hij uit:

„Ook kan ik geen enkele mildere omstandigheid voor het feit vinden dat zij [hier is ook Walter Kuntze bedoeld] de terrorisatie van de gebieden waaraan zij leiding gaven hebben doorgevoerd. Persoonlijk ondertekende bevelen documenteren dit feit. Hun hoge rang schiep de atmosfeer voor de uitgeoefende gruwelijkheden en hun eigen bevelen kunnen alleen als opjutten van de excessen worden geïnterpreteerd. In deze gevallen ligt daadwerkelijk meer voor dan enkel de weergave van een bevel dat zonder twijfel illegaal was. Ook wanneer men de afmattende persoonlijkheid van de partizaanse- en guerrillaoorlogvoering in overweging probeert te houden waarmee de officieren in deze veldtocht te maken hadden. Op deze manier kan man niet het vastgestelde feit ontkennen: deze officieren hebben in hoge mate militaire overwegingen van rechtvaardige grenzen ver overschreden, zowel door handelingen als door het laten van bepaalde zaken. De rechtbank heeft herkend dat in het uiterste geval en als laatste uitweg het neerschieten van gegijzelden een nevenverschijning van deze soort oorlogsvoering was. Bewijs heeft laten blijken dat bij veel executies honderden van zigeuners, Joden en andere personen gedood werden die bijna allemaal onder het juk leefden van Duitse troepen. […] Hierbij stond het gevangen nemen en neerschieten van gegijzelden in willekeurig en mateloos overstijgend verband met de schendingen waarvoor deze maatregelen werden getroffen. Het comité vindt het gewenst de gezondheid van de mannen vanwege hun stijgende leeftijd door artsen laten te onderzoeken, om vast te stellen of van een ontslag vanwege het onvermogen tot detentie sprake is."

List die ernstig ziek was, werd in 1952 vrijgelaten uit de gevangenis in Landsberg. Tot zijn dood in 1971 leefde hij in Garmisch-Partenkirchen.

Fahnenjunker: 8 februari 1899
Leutnant: 7 maart 1900
Oberleutnant: 9 maart 1908
Hauptmann: 22 maart 1913
Major: 26 september 1919
Oberstleutnant: 1 oktober 1923
Oberst: 1 maart 1927
Generalmajor: 1 november 1930
Generalleutnant: 1 oktober 1932
General der Infanterie: 1 oktober 1935
Generaloberst: 20 april 1939
Generalfeldmarschall: 19 juli 1940

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Periode:
Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
Rang:
Hauptmann (Kapitein)
Toegekend op:
17 november 1914
IV. Klasse des Militärverdienstordens
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Hauptmann (Kapitein)
Toegekend op:
3 juli 1917
Militärverdienstkreuz III. Klasse
Periode:
Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
Rang:
Hauptmann (Kapitein)
Toegekend op:
27 november 1917
Ritter des Königlicher Preussischer Hausordens von Hohenzollern mit Schwertern
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Hauptmann (Kapitein)
Toegekend op:
9 april 1918
IV. Klasse des Militärverdienstordens
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Hauptmann (Kapitein)
Toegekend op:
1 juni 1918
Militärverdienstkreuz II. Klasse des Militärverdienstordens
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Hauptmann (Kapitein)
Toegekend op:
1 juli 1918
Verwundetenabzeichen in Schwarz (1918)
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Generalleutnant (Generaal-majoor)
Toegekend op:
13 december 1934
Ehrenkreuz für Frontkämpfer
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
General der Infanterie (Luitenant-Generaal der Infanterie)
Eenheid:
Kommandeur IV. AK
Toegekend op:
2 oktober 1936
Dienstauszeichnung der Wehrmacht  1.Klasse, 25 Jahre
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Generaloberst (Generaal)
Toegekend op:
2 augustus 1938
Ordine della Corona d'Italia - Cavaliere della Croce Grande
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Generaloberst (Generaal)
Toegekend op:
26 september 1938
Magyar Érdemrend Középkeresztje a Csillaggal
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Generaloberst (Generaal)
Eenheid:
Oberbefehlshaber der Heeresgruppe 5
Toegekend op:
20 april 1939
Medaille zur Erinnerung an den 13. März 1938
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Generaloberst (Generaal)
Toegekend op:
22 mei 1939
Medaille zur Erinnerung an den 1. Oktober 1938
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Generaloberst (Generaal)
Eenheid:
Oberbefehlshaber der Heeresgruppe 5
Toegekend op:
9 september 1939
Dienstauszeichnung der Wehrmacht mit Eichenlaub Sonderklasse, 40 Jahre
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Generaloberst (Generaal)
Toegekend op:
16 september 1939
1939 Spange zum Eisernes Kreuz 2er Klasse 1914
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Generaloberst (Generaal)
Toegekend op:
21 september 1939
1939 Spange zum Eisernes Kreuz 1er Klasse 1914
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Generaloberst (Generaal)
Eenheid:
Oberbefehlshaber 14.Armee
Toegekend op:
30 september 1939
Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Generalfeldmarschall (Veldmaarschalk)
Toegekend op:
26 november 1940
War Victory Cross Order 1st Class with Star
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Toegekend op:
1941
Magyar Érdemrend Tisztikeresztje Hadidiszitmennyel es Kardokkal
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Generalfeldmarschall (Veldmaarschalk)
Toegekend op:
3 juli 1942
Ordinul Mihai Viteazul Clasa 3
Periode:
Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
Rang:
Hauptmann (Kapitein)
Eisernes Kreuz 2.Klasse (1914)
Periode:
Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
Rang:
Hauptmann (Kapitein)
Eisernes Kreuz 1.Klasse (1914)
Periode:
Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
Rang:
Hauptmann (Kapitein)
Ritter zum Friedrichs-Orden mit Schwerten

Bronnen