Woonde in Utrecht, Rijnlaan 173. Zoon van Jan Velthuizen (chef-monteur-elektricien, 19 april 1892 De Bilt - 31 augustus 1958 Utrecht) en Maartje de Wolf (31 mei 1896 Utrecht). Kantoorbediende bij de Middenstands Bedrijfsvereniging/administrateur bedrijf in schoonmaakartikelen. Het gezin waarvan hij deel uitmaakte, was anti-Duits gezind. Dat kwam tot uiting in het luisteren naar Radio Oranje en de Belgische zender uit Londen, het negeren van Duitse bevelen, zoals het inleveren van de radio en fietsen en het lezen en verspreiden van illegale lectuur. Om te voorkomen dat hij in Duitsland zou moeten werken, dook hij onder, eerst in de ouderlijke woning, later op andere adressen. De bezetter is drie maal thuis bij hem aan de deur geweest. De eerste keer reageerden de bewoners niet op het aanbellen en daarmee werd genoegen genomen. De tweede maal was Velthuizen niet thuis en de laatste keer wist hij via de achtertuin naar de buren te vluchten. Later werd hij echter met een vals persoonsbewijs op het onderduikadres van zijn baas opgepakt. Via het politiebureau aan het Paardenveld in Utrecht, het SD-hoofdkwartier aan de Amsterdamse Euterpestraat en concentratiekamp Amersfoort kwam hij in Duitsland terecht. Van het Duitse waddeneiland Norderney stuurde hij post naar huis. Op 7 april 1945 schoot de Luftwaffenunteroffizier Otto Steuer, een huismeester uit de Mozartstrasse 16B in Hamburg, hem in Dedesdorf aan de Weser dood. De familie Velthuizen diende omstreeks 1950 een aanklacht tegen de Duitser in, die terecht heeft moeten staan en ook is veroordeeld. De opgelegde strafmaat werd de familie echter nimmer meegedeeld.
In eerste instantie is Velthuizen op de begraafplaats in Dedesdorf aan de Weser begraven. Later volgde de overbrenging van zijn stoffelijk overschot naar het ereveld van de Oorlogsgravenstichting in Loenen.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!