- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Sergeant
- Eenheid:
- 4 New Zealand Field Regiment, New Zealand Artillery, 2 New Zealand Expeditionary Force
- Toegekend op:
- 9 september 1942
Aanbeveling:
Sergeant Moir was lid van een groep van negen die van Kreta ontsnapten. Ze werden allemaal direct na de gevechten gepakt maar ontsnapten binnen een maand en daarna, net als andere ontsnapte krijgsgevangenen op Kreta, zwierven ze in groepjes van twee of drie van dorp naar dorp, bleven zo lang als ze konden op elke plek, over het algemeen in het gebied ten westen van Malème. Ze vonden een boot maar ontdekten dat die niet zeewaardig was. Ze probeerden het een tweede keer maar dit maal werden ze gedwarsboomd door het weer. Ze hoorden toen van twee boten met dieselmotor en diverse zeilboten in het dorp Mesoyia. Ze stalen de zeilboot die er het best uitzag omdat de eigenaar wellicht een belangrijk onderdeel uit de motorboot had gehaald en het geluid van de motor de Duitsers zou alarmeren. Er was ook het probleem van de brandstof. Ze besteedden de volgende twee dagen aan het verzamelen van olijven en brood bij hun vrienden in de heuvels maar veel anderen moeten hebben geweten dat ze weg wilden gaan want ze werden gepakt toen ze vertrokken. Hoewel de Kretenzers sympathiek waren, diefstal werd niet licht opgevat en ze hoorden protesten en kregen waarschuwingen voor het weer en een eventuele schipbreuk, maar negen vastberaden mannen, gehard door maanden van ruw leven laten zich niet zo maar uit het veld slaan en ze vertrokken op 8 april om middernacht. Ze hadden maar weinig water en gingen in een beschutte kreek aan land waar ze een brakke, maar drinkabre bron ver in de heuvels erboven kenden en vertrokken nog dezelfde nacht in de hoop Mersa Matruh te bereiken. Twee dagen later waren de bergen van Kreta nog steeds in zicht op ongeveer 96 kilometer. Duitse vliegtuigen vlogen over maar schonken hen geen aandacht. Sergeant Moir had enige ervaring opgedaan met navigatie en een ander lid van de groep had wat aan zeilen gedaan. Op 14 april 1942 kwamen ze bij Sidi Barrani in Egypte aan land met nog voor 16 dagen water, enkele olijven en drie broden. Er lijkt geen twijfel over te hebben bestaan over de leiding van deze groep. Hun problemen werden in overleg opgelost maar de eer voor hun veilige oversteek komt in hoofdzaak toe aan Sergeant Moir. Deze groep had, gezien hun lange verblijf op het eiland onder de zwaarste omstandigheden en met het voortdurtende gevaar weer gepakt te worden, een uitzonderlijke moeilijke tijd achter de vijandelijke linies op Kreta achter de rug en hun uiteindelijke ontsnapping vereiste grote moed en vastberadenheid. Niet afgeschrikt door alles wat ze hadden meegemaakt keerden Sgt. Moir en drie anderen van zijn groep vrijwillig terug naar Kreta om andere ontsnapten te redden die zich op het eiland verborgen hielden.