Aanbeveling:
CSM Dixon had op 29 juli 1944 de leiding over de carrier van de compagnie toen D Coy van het Essex Scottish Regiment tot taak kreeg de boomgaard en het huis bij 060606 ten zuiden van Caen aan de weg Caen-Falaise aan te vallen. Terwijl hij op instructies wachtte om voorwaarts te gaan zag hij dat 19 pl werd vastgepind door fel vuur van lichte mitrailleurs. Hij realiseerde zich onmiddellijk de ernst van de situatie en stelde snel een ploeg samen om het vijandelijke mitrailleurnest aan te vallen. Hij ging zelf vooruit om dekkingsvuur te geven, leidde de aanval en slaagde erin de vijandelijke post uit te schakelen. Er kwam toen meer vijandelijke tegenstand en weer zette CSM Dixon een aanval op. Onder zwaar vijandelijk vuur en met volledige minachting voor zijn eigen veiligheid leidde hij de aanval, gewapend met geweer en handgranaten. De aanval werd weer een succes, zes vijanden werden gedood en nog eens zes gevangen genomen. Zijn koelbloedigheid, zijn vastberadenheid en zijn durf vormden een inspiratie voor de compagnie en waren voor een groot deel verantwoordelijk voor het uiteindelijke succes van de aanval door D Coy.
Tweede MM toegekend als gesp.
Aanbeveling:
Tijdens de aanval op het object aan weerszijden van de weg tussen Goch en Kalkar ten westen van Louisendorf op 19 februari 1945 bezette D Company van het Essex Scottish Regiment een belangrijke positie op een secundaire weg. Het hoofdkwartier van de compagnie bevond zich in een kelder van een gebouw bij de weg.
De stelling van de compagnie werd tussen 21:30 en 03:30 de volgende morgen voortdurend door tanks en infanterie aangevallen.
Het hoofdkwartier van de compagnie werd bedreigd door twee tanks en ongeveer een compagnie infanterie. CSM Dixon en een N.C.O., gewapend met een PIAT en een Bren stelden zich op boven aan de trap naar de kelder. De vijandelijke infanterie probeerde met dekkingsvuur van de tanks in een positie te komen van waaruit ze in de kelder konden vuren maar werden verdreven door de wapens in handen van Dixon en de N.C.O. Bij een gelegenheid werden de moedige verdedigers door de explosie van een granaat van de trap geblazen maar ze keerden onmiddellijk weer op hun post terug.
Toen de vijand merkte dat zijn infiltratietactiek niet slaagde probeerden ze hun tanks dichter bij de ingang van de kelder te posteren maar deze manoeuvre werd gedwarsboomd door dapper en vaardig gebruik van de PIAT door Dixon en de N.C.O. De tanks schoten vervolgens met hun geschut het huis aan puin maar ondanks een ware regen van scherven en splinters bleef het onverschrokken paar op zijn post.
Bij een gelegenheid blokkeerde de Bren door het onophoudelijke gebruik. Terwijl helpgrage handen het wapen vrijmaakten vielen de vindingrijke verdedigers terug op het gebruik van hun eigen en buitgemaakte vijandelijke granaten en geweren.
De volledige minachting voor zijn eigen veiligheid en voor de vijand, getoond door Company Sergeant Major Dixon inspireerde het hele hoofdkwartier en zijn daden zullen een legende worden binnen het regiment. Met zijn vastberaden tegenstand leverde hij een aanzienlijke bijdrage aan de actie van de compagnie en die droeg op zich weer bij aan de geslaagde afronding van de operatie van het bataljon.
Derde MM toegekend als tweede gesp.
De in de aanbeveling genoemde NCO was Lance-Sergeant William Hugh Moriarty.