John Hall ging bij de koopvaardij en bij het uitbreken van de oorlog werkte hij bij het Londense havenbedrijf als assistant havenmeester en bergingsofficier.
Op 2 augustus 1940 werd het ss City of Brisbane geborgen, dat eerder bij de Long Sands boei in de monding van de Theems aan de grond was gelopen, door 21 vijandelijke vliegtuigen, vliegend op een hoogte van ongeveer 2.000 voet, aangevallen en twee ervan doken tot beneden de 500 voet voordat ze hun bommen losten en die schade aan het schip veroorzaakten. Later naderden andere vliegtuigen en wierpen nog meer bommen af, een ervan viel door het luik van een ruim op het achterschip. Captain Hall was aan dek bij de boeg toen het schip voor de eerste keer werd aangevallen. Hij zocht zich een weg tussen de vallende bommen en het mitrailleurvuur door om de scheepsofficieren en de bemanning te waarschuwen. Daarna hielp hij actief bij het voortzetten van het bergingswerk maar omdat het achterschip in lichterlaaie stond, moest het schip uiteindelijk aan de grond worden gezet. Acht mensen waren inmiddels gedood. Het schip was uit Freemantle in Australië vertrokken met een bijzonder waardevolle lading van 11.000 ton voor een reis die zes weken had geduurd en bereikte bijna haar bestemming.
Captain Hall, geboren in Gateshead, werd later benoemd tot havenmeester in Wisbech en werd uiteindelijk inspecteur bij het Ministerie van Transport, de hoogste functie die door een kapitein op de koopvaardij kan worden bereikt waarbij Hall boven aan de lijst stond na het onderzoek dat in 1946 en 1947 in Londen werd gehouden.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!