Voor de oorlog werd John Stephens bij No. 10 Flight Training School geplaatst (31 mei 1938) en later bij No. 822 Squadron (Torpedoverkennersquadron 24 augustus 1938). Begin maart werd hij bij No. 107 Squadron geplaatst dat met Blenheims vloog en hij maakte op 4 september 1939 de eerste bombardementsvlucht van de oorlog naar Wilhelmshafen.
Op 23 juni 1940 werd hij in de Blenheim Mk IV N3593 boven de Riekerpolder bij Amsterdam neergeschoten waarbij de andere twee bemanningsleden omkwamen. Stephens raakte gewond, werd gevangen genomen en overgebracht naar het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam waar hij werd gered met bloed dat door een Duitse soldaat was gedoneerd. Voor verder herstel werd hij naar het Franse krijgsgevangenenhospitaal in Berlijn gestuurd waar hij drie maanden bleef waarna hij achtereenvolgens werd geïnterneerd in:
Stalag Luft I op 23 maart 1941
Stalag Luft III (Sagan), april 1942
Oflag XXIB (Schubin, Polen), oktober 1942
Stalag Luft III (Sagan), april 1943
Stalag Luft III (Marlag), 4 februari1945
Op weg door noord Duitsland van 4 april 1945 tot 2 mei 1945.
Tijdens zijn gevangenschap in Sagan schreef Stephens brieven in code voor de organisatie X en stuurde berichten uit het kamp naar IS 9. Hij deed ook 12 ontsnappingspogingen via tunnels waarvan er geen een slaagde.
Stephens keerde na de oorlog in dienst terug maar kwam op tragische wijze om het leven toen hij in Buckmaster RP209 neerstortte.
Squadron Leader J.W. Stephens werd begraven op de Europese begraafplaats in Aden.
Bevorderingen:
9 augustus 1937: Acting Pilot Officer on Probation
31 mei 1938: Pilot Officer
31 december 1939: Flying Officer
31 december 1940: Flight Lieutenant (war sub)
1 april 1946: Temporary Squadron Leader
7 januari 1947: Flight Lieutenenant (permanent)
1 augustus 1947: Squadron Leader
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!