John Copley meldde zich in juli 1935 bij de R.A.F. als Flight Rigger en werd in juli 1938 Flight Rigger/boordschutter.
Tijdens de eerste operationele vlucht van de oorlog door 38 Squadron, het bombarderen van schepen voor Helgoland op 3 december 1939, werd het toestel waarin LAC Copley staartschutter was, van achteren aangevallen door een Bf 109. Copley kon van korte afstand (200 meter) twee salvo’s afvuren en zag hoe de jager steil klom, overtrokken raakte en stuurloos in zee stortte.
Toen de Wellington bommenwerper op R.A.F. Marham landde, maakte hij vanwege het lek geschoten bakboordwiel een grond looping; de huid hing in flarden langs de staartkoepel, de brandstoftank was lek geschoten en de bemanning werd snel gered.
Toen Copley landde vond hij een Duitse mitrailleurkogel tussen de snelsluiting van zijn parachute en zijn huid.
Hij bewaarde de kogel als herinnering aan hoeveel geluk hij had gehad. Die is nu te zien in het Yorkshire Air Museum in Elvington, Yorkshire, samen met zijn DFM en andere interessante zaken.
In 1941 werd het vliegtuig waarin hij vloog neergeschoten en zijn familie kreeg te horen dat hij vermist en vermoedelijk dood was. Copley had het echter overleefd en bracht de rest van de oorlog door als krijgsgevangene.
Na het einde van de oorlog keerde hij naar zijn gezin terug en dreef een garage en tankstation in zijn woonplaats.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!