- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Toegekend op:
- 12 mei 1951
Heeft zich in verband met vijandelijke actie door moedig en beleidvol optreden onderscheiden en daarmede het belang van het Koninkrijk gediend door kort na de capitulatie in mei 1940 als werkster, tevens cantine-juffrouw van de Etappe-intendance te ROTTERDAM zich aan te sluiten bij een kleine daaruit gevormde verzetsgroep, die zich ten doel stelde militaire inlichtingen in te winnen en naar ENGELAND door te geven, zomede sabotagedaden te plegen. Hiertoe vele gegevens, welke door haar in ROTTERDAM werden ontvangen, aan de leider van deze groep telkens naar andere plaatsen in het land te brengen, deze officier op de hoogte te stellen van de toestand te ROTTERDAM, berichten naar de radiozender van de groep over te brengen en drie pistolen, welke zij op een bureau van de vijand had weggenomen, de leider in handen te stellen, terwijl zij toen reeds wist dat de vijand een groot bedrag aan geld als beloning op het aanwijzen van diens verblijfplaats had gesteld. Voorts door, na als gevolg van verraad eind 1942 te zijn gevangen genomen, zelfs ondanks mishandeling en ook bedreiging van vergaande represailles tegen haar vier kinderen, waarvan er drie zes weken gevangen werden gezet, steeds te blijven zwijgen en alle verrichtingen van de groep, welke haar bekend waren, hardnekkig te blijven ontkennen. Tenslotte door in verschillende gevangenissen in NEDERLAND blijk gegeven een hoog moraal te bezitten, totdat zij uiteindelijk begin maart 1945 in het Nacht- und Nebellager te MAUTHAUSEN werd ingesloten, van welk kamp zij in april 1945 door de zorg van het Rode Kruis naar ZWITSERLAND werd gebracht.
Ontvangen op 3 maart 1952 te Paleis op de Dam.