- Periode:
- Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949)
- Rang:
- Res. 1e luitenant der artillerie
- Toegekend op:
- 22 juni 1948
Het zich in de strijd door het bedrijven van uitstekende daden van moed, beleid en trouwe onderscheiden:
1. als inlichtingenofficier in het tijdvak van 17 maart tot 18 mei 1947 bij het liquideren van het bendewezen en het herstellen van orde en rust in de Ommelanden van Batavia. in het bijzonder door op beleidvolle wijze en onvermoeid de benden steeds meer en meer in het nauw te drijven, zodat ten slotte door zijn persoonlijk toedoen het toen nog zeer gevreesde en invloedrijke bendehoofd Handji Pandji kon worden gevangen genomen, waardoor aan de zware druk op de inheemse bevolking, de rampokpartijen en de gevallen van roof en moord in dit gebied een einde werd gemaakt.
2. door tijdens de opmars naar Krawang (West-Java) van 21 t/m 23 juli 1947 in een jeep en slechts vergezeld door een chauffeur en een radio-telegrafist bij zich, ver voor de eigen voorhoede uit, een weg door de vijand te banen en door dit voorbeeld een zeer stimulerende invloed op de onder zijn commando staande inheemse hulptroepen uit te oefenen. Daarbij persoonlijk met zijn lichte mitrailleur vele vijanden buiten gevecht te stellen en door snel en doortastend optreden te voorkomen dat een groot aantal bruggen werd opgeblazen.
K.B. nr 6