- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Driver
- Eenheid:
- Royal 'Regiment of Artillery
- Toegekend op:
- 24 september 1942
Aanbeveling:
Toen het geschut werd uitgeschakeld gingen ongeveer 20 voertuigen op weg naar de kust ten westen van Tobroek waar ze werden vernietigd. Chauffeur Hossack ging naar het oosten hoewel de rest naar het westen ging. Na urenlang te hebben gelopen voegde hij zich bij een Zuid-
Afrikaanse soldaat met wie hij langs de kust liep en samen maakten ze een vlot van Duitse benzineblikken. Ze voeren om 21:00 uur weg kwamen in de ochtend aan de oostzijde van de haven van Tobroek aan land.
Ze liepen naar Mersa Lugch waar ze een officier en een sergeant van een Zuid-Afrikaans infanterieregiment en twee Cameron Highlanders ontmoetten.
De hele groep liep tot op 6.5 kilometer van Savani(?) Ogirin waar twee Italianen in een tank zich overgaven. Ze lieten hen met voedsel en water achter nadat ze hun tank hadden vernield.
De rest van de groep bevond zich nu in een zeer zwakke toestand dus bleven ze in het gebied en chauffeur Hossack ging alleen verder.
16 kilometer ten oosten van Sidi Barrani vonden ze de verzorger van Lt. Nicol in een greppel en gingen samen met hem verder. Spoedig daarna, op 23.7.42 verloren ze de verzorger en chauffeur Hossack ging alleen verder met Lt. Nicol (die werd voorgedragen voor een onderscheiding).
De volgende dag verscheen er een Duits bergingsvoertuig. Lt. Nicol en chauffeur Hossack verborgen zich onder een achtergelaten Indiaas voertuig. Toen de Duitsers naderden, grepen ze hen, voerden de mannen drie kilometer de woestijn in en lieten ze achter. Ze reden in het Duitse voertuig rond op zoek naar de verzorger maar omdat er diverse Duitse bergingsploegen in de buurt waren, reden ze weg.
Op 24.7.42 om 18:30 uur bereikten ze de Italianen maar omdat ze hun baretten en rangonderscheidingen hadden weggegooid reden ze onbevreesd langs wachtposten en stafauto’s totdat ze het midden van het kamp bereikten. Hieruit konden ze niet ontsnappen omdat er overal wachtposten waren dus lieten ze de wagen achter en verborgen zich in een greppel.
Om 06:00 uur slopen ze het kamp uit en verborgen zich in een sloot. Drie Italianen keken naar hen maar dachten dat ze Duitsers waren omdat ze nonchalant bleven praten. In de avond gingen er echter groepen Italianen op pad en Lt. Nicol en chauffeur Hossack baanden zich een weg naar het prikkeldraad. Een wachtpost riep “Arresta” en rende naar voren maar ze liepen bij hem weg zonder hun pas te versnellen. Net toen ze dachten dat hij zou schieten, of ze gedwongen zouden worden zich over te geven richtte hij zijn aandacht op een werkploeg en ze ontsnapten door een gat in het draad.
Ze gingen verder en bereikten onze linies de volgende morgen, op 25.7.42.
Chauffeur Hossack legde ongeveer 80 kilometer af met de Zuid-Afrikaanse soldaat, 80 kilometer met de grote groep, 60 kilometer alleen, 320 kilometer met Lt. Nicol waarvan 210 kilometer met de wagen. Hij had geen kaart en geen kompas toen hij op weg ging en verloor zijn voedselvoorraad van vier dagen toen het vlot omsloeg.
Het was door taaie volharding en plichtsbesef dat deze chauffeur uiteindelijk onze linies bereikte.
LG 35715/4158