TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Afman, Johan Hendrik

Geboortedatum:
16 januari 1906 (Groningen, Nederland)
Nationaliteit:
Nederlandse

Biografie

Verzetsactiviteiten.

Nieuwsdienst.
Het nieuws werd door een ambtenaar op het provinciehuis ontvangen, die een uittreksel op schrift stelde. Hiervan kreeg ik door bemiddeling van Ir. A.H.Schelling één exemplaar, dat ik dan vermenigvuldigde tot 12 exemplaren en deze uitdeelde met verzoek eveneens te willen vermenigvuldigen. Na arrestatie van Schelling bleef de bron hetzelfde, alleen verandering van persoon. Vele personen die deze berichten van mij ontvingen zijn overleden of naam/adres mij niet meer bekend. Ik geloof dat één der afnemers was C.Zuhorn, thans Korte Dreef 14 te Haren (Gr), destijds te Groningen, Tussen Beide Markten.

Bonkaarten.
Na het verbod van de Nederlandse Unie (ik had een kaart van de stad Groningen onder mijn hoede en deswege een zekere bekendheid gekregen) werd ik hoe langer hoe meer om hulp voor dit en voor dat aangeklampt. Vrijwel vanzelf betrokken geraakt bij de verzorging van bonkaarten van onderduikers en het verzamelen van geld voor die onder hen die zonder enig middel van bestaan waren. Fré Legger (N.S.F.) heeft me meermalen verzocht met hem samen te werken, waarbij het enigste verschil zou zijn dat e.e.a. via het N.S.F. zou verlopen en de geldschieters eventueel hun geld t.z.t. terug zouden kunnen krijgen. Ik wilde evenwel noch voor de bonkaarten, noch voor het geld in welke organisatie dan ook en ben "individueel" bezig gebleven tot de bevrijding. Mijn bonkaarten ontving ik via diverse kanalen, maar vrijwl alle afkomstig van de groep "de Groot". Eén van de contacten was Auke Dijkstra, Korreweg te Groningen. Na zijn arrestatie bleef ik de kaarten (in die tijd 35 per periode) even regelmatig ontvangen. Namen van bezorgers kan ik niet geven, de kaarten werden in de nacht in mijn brievenbus gedaan. Namen van onderduikers kan ik niet meer geven en in geen geval adressen van nu. Ik kan me nog herinneren dat ik één keer een partij kaarten van Auke Dijkstra kreeg die we noesten halen bij een buurman van hem F.W.Heiderhoff, Korreweg 165a te Groningen, destijds nog Rijksduitser, die ze voor Auke Dijkstra onder in een kinderwagen bewaarde. Misschien kan Dhr. Heiderhoff zich dit nog herinneren.

Voedseldepot V.C.
Vanaf najaar 1943 beheerder van een tarwe-uitdelingspost, waar wekelijks een 13-18 hl. tarwe via hulpgroepen bezorgers (brandweer, gemeente ambtenaren en dergelijke groepen) over de stad verdeeld werd voor onderzuikers, zieken, ouderen en dergelijke. Adres was Fa. N.N.Maas, Pelsterstraat 21 te Groningen, waar ik werkzaam was en van welk perceel ik de sleutels bezat.

Joodse baby’s lijn.
Ons huis, Molukkenstraat 10a te Groningen (gezin: man-vrouw-3 kinderen) was in 1943 en 1944 reserveadres voor de opvang van Joodse kindertjes, die door een studentengroep (??) uit het Westen naar de Provincie Groningen werden gebracht, maar warvoor bij aankomst nog geen definitief adres was gevonden. Wij hebben herhaaldelijk deze (hoofdzakelijk baby’s) gehuisvest. Een enkele keer een volwassene. We hebben ons huis ter beschikking gesteld op verzoek van Mej. Conny Los, studente Engels, adres onbekend. Een enkele keer is zo’n baby bezorgd door een dochter wethouder E.Rugge, huidig adres eveneens onbekend.

Je Maintiendrai.
Toen in 1943 de provinciaal verspreider Lammert Heringa was gearresteerd, (28-4-1946 als gevolg van ontberingen in Duitse gevangenschap overleden) bereikte me van A.Schuringa (Groninger, maar ondergedoken in Amsterdam) het verzoek deze provincie over te nemen. MetHenk Jeltes te Groningen heb ik aan dat verzoek gevolg gegeven. Adressenmateriaal is niet voorhanden. De zendingen bladen kwamen in een kist aan bij een rederij te Groningen, waar eé’n van mijn broers werkte, van wie ik dan als de kust veilig was een seintje kreeg. Er is nimmer enig persoonlijk contact geweest met J.M.Amsterdam voor zover ik me herinner. Naar ik meen kwamen de zendingen via Zwolle. Toen de verbindingen wegvielen moest ik zo nu en dan overgaan op zelf overnemen en stencillen. Het laatste nummer (ik meen eind maart 1945) bevatte een hoofdartikel van mezelf tegen bijltjesdag en werd ook weer op de stencilmachine van mijn firma gemaakt. De heer H.Jeltes is overleden, evenals de heer J.Maas, mijn patroon, die op wacht stond in ons gebouw als ik stencilde.

Om Neerlands Toekomst.
"Pa v.d.Berg" (was Imam J.v.d.Bosch van N.S.F en V.C.) kwam met zijn secretaresse herfst 1944 op mijn kantoor met het verzoek een heruitgave van "Om Neerlands Toekomst" te verzorgen, omdat in het Westen in verband met energie etc. etc. een heruitgave onmogelijk was gebleken. Er was reeds voor een drukker gezorgd en ook het papier was georganiseerd. Mijn taak zou zijn het verzorgen van 98 pagina’s "zetsel", het vervoer naar de beurtschipper, het van de beurtschipper halen van de gedrukte vellen, het binden van de boekjes en het vervoer naar Amsterdam. Ik ben er in geslaagd het zetsel te verkrijgen van de machinale Letterzetterij Groningen (Dhr. Broekhuizen, zomer 1945 overleden), die alle beschikbare lood moest inzetten en van Beck’s Boekbinderij, eveneens te Groningen. Lood vervoer naar de boot naar Oost-Groningen, na enige tijd lood van de boot teruggehaald en naar Broekhuizen gebracht. Vellen papier gehaald, maar toen bleek de heer Beck niet meer bereid te binden, was te gevaarlijk. Papier opgeslagen en tenslotte dhr Abbringh, boekbinder te Groningen, bereid gevonden te binden. De dag voor ik het papier ( een grote handkar vol) bij Abbringh zou brengen, bericht van deze, dat bij hem de stroom in verband met de energie-schaarste was afgesneden. Via relaties er voor gezorgd dat Abbringh voor één week weer zou worden aangesloten. Papier bezorgd, eind der week de boekjes (ca. 11.000 stuks) afgehaald, in kist verpakt en uiteindelijk klaar gekregen, dat deze kist onder in het ruim van een boot van Gron.Beurtvaart Mij, geladen met vracht (ik meen graan) voor de Duitse Wehrmacht in Amsterdam is gekomen. Daar werd de zaak door vrienden van "Pa v.d.Berg " overgenomen. Gemaakte kosten zijn door "Pa v.v.Berg" aan mij terug betaald. Mijn bijdrage aan de "kosten" was voor ieder pesoneelslid van dhr. Abbringh een volledige bonkaart voor verleende medewerking. Ook dhr. Abbringh is intussen overleden.

Voorbereiding Oranjebode.
Met de bevrijding inzicht waren tussen provinciale topfiguren van de Illegale Pers reeds besprekingen geweest over de Oranjebode. Op vrijdag 13 april werd een laatste vergadering belegd ten huize van H.Jeltes, Hofstraat te Groningen. Onderwerp: Hoofdartikel namens de Illegale Pers in de provincie Groningen en het rangschikken van officiële publicaties. De strijd om Groningen begon naar zeer korte tijd, de binnenstad werd afgesloten, we moesten in de huizen blijven. Op zeker moment werden we door de Duitsers gedwongen het pand in de Hofstraat te verlaten en komen uiteindelijk terecht in de kelder van een school aan de Turfsingel. Boven onze hoofden werd het laatste verzet van de Duitsers in de binnenstad geboden, maar op maandag tegen de middag konden we aan de Canadezen ca. 20 gevangenen aanbieden en konden allen naar huis gaan. Allen, behalve ik. Ik heb eerst de persen van het Nieuwsblad v.v.Noorden (dat was helaas de enige mogelijkheid) "gevorderd" voor het drukken van de Öranjebode".

Onderduikers.
Naast de verzorging van deze groep met bonkaarten en zo nodig geld, moest ik mij zo nu en dan ook bemoeien met hun huisvesting. Heel goed herinner ik me, dat ik omstreeks 20 november 1943 het verzoek kreeg van dhr.C.Zuhorn, Tussen Beide Markten te Groningen (thans Korte Dreef 14 te Haren (Gr) het verzoek kreeg voor onderdak te zorgen voor ene Simon v.d. Aa, die werd gezocht in een wapen-kwestie. Omdat ik zelf een onderduiker thuis had, (Pieter Geenhuizen) heb ik Simon v.d.Aa ondergebracht bij de familie Kingma aan de Korreweg te Groningen. Ik voorzag een zoon van dhr. Kingma al geruime tijd van bonkaarten (deze zoon was ondergedoken) en deswege durfde dhr. Kingma in deze dringende zaak niet te weigeren. Ondanks mijn waarschuwingen was Simon v.d.Aa byzonder onvoorzichtig,nam telefonisch contacten op, met als gevolg dat hij werd gearresteerd op 26 november 1943 en later op die avond bij mij thuis ook mijn onderduiker en ik zelf. Eén van de lieden waarmee Simon v.d.Aa contact had opgenomen heeft hem en dus ook ons verraden. Simon v.d.Aa is naar Duitsland overgebracht. Pieter Geenhuizen (die als tewerkgestelde uit Duitsland was gevlucht voor hij onderdak bij mij vond) is eerst maanden na de oorlog uit Duitsland teruggekomen en ik ben door bemiddeling van relatie bij het N.C. (er werd door hen een groot "losgeld" betaald) 4 dagen later na betaling van een boete vrijgelaten. Na de bevrijding heb ik een aanklacht ingediend tegen de verrader, mevr. Rademaker te Groningen en deze is door het Byzonder Gerechtshof tot ik meen 15 jaar veroordeeld. Bij de behandeling van die zaak zag ik ook de SD’ers die ons gearresteerd hadden terug, te weten Jan Ale Visser (stedentenmoordenaar) en NSB’er Lanting.

Ik werkte volstrekt individuel en via relaties in andere groepen. De mensen die mij van dienst waren en die ik anderzijds ook weer diensten bewees, zijn of vertrokken en/of overleden. Ik kan dus praktisch geen bewijzen aandragen. Voor het geval u uit mijn positie direct na de bevrijding enig houvast t.a.v. mijn verzoek om erkenning van mijn illegale werkzaamheden zou willen zien, doe ik u hierbij toekomen:
- Een copie van de Commissaris van de Koningin in de provincie Groningen, gedateerd "Bevrijdingsdag" maar uiteraard eerder in mijn bezit. Deze introductie is van beslissende invloed geweest bij het organiseren van de "Oranjabode" , inzonderheid voor de beschikking over de persen, het papier, etc. etc.
- Een document van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten, d.d. 18 april 1945 (enkele dagen na de bevrijding) waaruit blijkt dat ik behoorde tot de Gewestelijke Staf Voorlichtingsdienst.
- Legitimatiebewijs van mijn lidmaatschap van de Gemeenschap van oud Illegale Werkers in Nederland , provincie Groningen (G.O.I.W.) . Ten overvloede: ik behoorde tot de oprichters in de Provincie Groningen.
- En stuk van de G.O.I.W. Nederland, Provincie Groningen waaruit blijkt dat ik (a): vertrouwenspersoon van de G.O.I.W. ben geweest (verkozen door de provinciale Illegaliteit tot vertrouwensman voor de illegaliteit bij het Burger en Militait Gezag. (b): bij de G.O.I.W. de functie van bestuurslid, in casu penningmeester heb bekleed.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Bronnen

Foto