Woonde in Enschede. Zoon van ir. Willem Marinus Kop (28 september 1888 's-Gravenhage - 6 juni 1959 Enschede) en Catharina Helena Sonneville (14 september 1891 's-Gravenhage). Ongehuwd. Sinds 1939 student natuurkunde aan de Technische Hogeschool in Delft (voorloper van de Technische Universiteit Delft). Geen kerk.
Op 15 mei 1943 is Kop met een groep van 205 Nederlandse studenten vanuit Ommen naar Volkswagenwerk GmbH in Fallersleben getransporteerd. Ze hadden geweigerd de loyaliteitsverklaring te ondertekenen. Voorjaar 1944 werkten er in totaal 750 Nederlanders bij Volkswagen. Het grootste deel bestond volgens Stichting WO2 Sporen uit gerekruteerde dienstplichtigen.
Een aantal studenten vervulde een belangrijke functie tussen de Duitse leiding en de buitenlandse arbeiders. Kop werkte als controleur op de inspectieafdeling van de fabriek. Daardoor had hij toegang tot de verschillende afdelingen van het bedrijf.
In brieven naar familie en vrienden maakte hij melding van de slechte behandeling van de arbeiders en krijgsgevangenen. Bovendien had hij in onderschepte brieven geschreven dat bij Volkswagen onderdelen voor vliegtuigen of geheime wapens werden vervaardigd.
Op 22 april 1944 is Kop gearresteerd. Hij zat drie maanden gevangen in Gifhorn (Dld.). Eind juli 1944 is hij op transport naar Berlijn gesteld. Het Wehrmachtsgericht in Potsdam veroordeelde hem op 15 augustus 1944 wegens verraad van staatsgeheimen en volksverraad door een hetze van leugens (2*) tot de doodstraf.
Op 8 september 1944 werd het oordeel van het gerecht bekrachtigd. Het doodvonnis is tien dagen later in Brandenburg an der Havel (Dld.) ten uitvoer gelegd. Zijn ouders ontvingen vier dagen hierna een afscheidsbrief van hun zoon. Pas op 28 maart 1946 verkregen zij door een bericht van het Rode Kruis definitief zekerheid over zijn lot.
(1*) Stichting WO2 Sporen: 'Het overgrote deel van de groep Delftse studenten was rond de twintig jaar oud, intellectueel onafhankelijk, met een sterk ontwikkeld zelfbewustzijn. Wegens hun duidelijke aversie van het NS-regime en rebelse houding raakten ze in het vizier van de 'Werkschutz' in de fabriek die dit vervolgens meldde bij de Gestapo. Door het niet opvolgen van bevelen kwamen verschillende Nederlanders in de molen van het strafsysteem.
In 1943 werd een groep Franse en Nederlandse arbeiders, na een spontane werkonderbreking, met muzikale polonaise, door Gestapo en Werkschutz onder bedreiging van vuurwapens met gummiknuppels bewerkt. In totaal werden 40 personen verhoord en naar een berucht Arbeitserziehungslager (AEL) kamp 21 in Salzgitter-Watenstedt gestuurd. De groep overlevenden keerde na drie weken als andere mensen terug.'
(2*) '....wegen Verrats von Staatsgeheimnisse und Volksverrat durch Lügenhetze.....'
Kop heeft geen aanwijsbaar graf.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!