Woonde in Kampen, Bovennieuwstraat 10. Zoon (derde van vijftien kinderen) van landbouwer Adrianus Hendricus - Arie - van der Hulst (20 maart 1892 Mijdrecht - 21 december 1961 Venray) en Maria Anna - Marie - Hilders (3 augustus 1895 Kudelstaart - 11 augustus 1960 Venray). Huwde op 16 juli 1943 in Kampen met Aleida Josephine - Lidi - Kok (29 maart 1923 Kampen). Het echtpaar had een kind. De weduwe verhuisde later naar het Brabantse Oosterhout. Zij is hertrouwd met beroepsmilitair Ad Bantema. Landbouwer. Werkzaam bij de ontginning van de Noordoostpolder. Rooms-Katholiek. Dirk, zoals zijn roepnaam luidde, verbleef tijdens Pasen (1*) bij zijn ouders op het adres B 28 in de buurtschap Broek bij Venray. Hij werd opgepakt voor het smokkelen van graan. Daarop was hij eerst overgebracht naar zijn woonplaats Kampen en vervolgens naar Zwolle, waar hem een straf werd opgelegd, die hij in de gevangenis in Tiel moest uitzitten. Blijkbaar zat hij daar ook op 1 oktober 1944 nog, getuige een brief die hij op die dag vanuit de Tieler gevangeneninrichting schreef (2*). Kort erna moet hij zijn overgeplaatst naar Kamp Amersfoort. Op zondag 8 oktober 1944 dook een zeer vermoeide Van der Hulst om vijf uur 's middags op bij landbouwer Marinus Johannes Stoof in het gehucht Kasteren bij Liempde. Hij vroeg, of hij op de boerderij mocht overnachten. Aan Stoof vertelde hij dat hij op 2 oktober 1944 uit het kamp was ontvlucht. Hij wilde onder Olland door de Duitse linie om zich naar Venray te begeven. In de namiddag van (dinsdag) 10 oktober 1944 verliet hij de boerderij. 's Woensdags was hij weer bij Stoof terug. De Duitsers hadden hem opgepakt en voor verhoor naar Olland overgebracht. Daar gaf hij op dat hij Dirk Peters heette. Hij meldde dat hij was geëvacueerd naar Boxtel en door de linie wilde gaan om in Sint-Oedenrode naar zijn vee te kijken. Veel boeren uit die streek hadden vanwege de oorlogssituatie naar Boxtel moeten uitwijken. De bezetter had trouwens aangekondigd dat iedere burger die in het spergebied werd aangetroffen, zou worden 'erschossen' (doodgeschoten). Op zaterdag 14 oktober 1944 vertrok Van der Hulst opnieuw. Ditmaal was hij in gezelschap van Wilhelmus Verhoeven en Adrianus van de Wetering, twee jonge fabrieksarbeiders uit Sint-Oedenrode, die enkele dagen bij Stoofs buurman Van Hal ondergedoken waren geweest en naar hun woonplaats wilden terugkeren (3*). Van der Hulst was, verklaarde Stoof na de oorlog tegen politieman H. Poirtens, van plan om onder Olland langs de rivier De Dommel door de Duitse linie te komen. Het drietal werd evenwel door de Duitsers opgemerkt en doodgeschoten.
(1*)In zijn onderzoeksrapport over de identificatie van Dirk van der Hulst heeft agent van politie Poirtens in de verklaring van vader Arie van der Hulst opgenomen dat zijn zoon met Pasen 1943 in Venray verbleef. Dat lijkt niet juist te zijn. Van der Hulst jr. was op 16 juli 1943 in Kampen in het huwelijk getreden. Uit het rapport blijkt dat hij na zijn arrestatie niet was losgelaten. Er moet sprake zijn geweest van Pasen 1944.
(2*)Dat schrijven had zijn weduwe overigens pas in de zomer van 1945 ontvangen.
(3*)Stoof ging ervan uit dat Van de Wetering en Verhoeven twee landbouwers waren die naar Olland wilden terugkeren.
Van der Hulst, Van de Wetering en Verhoeven hebben geen aanwijsbaar graf.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!