Woonde in De Bilt, Konijnenlaan 6a. Zoon van Jan van Ek (14 juni 1898 De Bilt) en Hendrika Christina de Jong (3 november 1898 Maartensdijk). Automonteur. Toen de geallieerden na de invasie in Normandië richting Duitsland oprukten, gingen de Duitsers, met name in de herfst van 1944, op grote schaal razzia's houden om aan 'spitters' te komen voor het graven van verdedigingswerken. Op 9 oktober 1944 vond in de gemeente De Bilt een razzia plaats. Dat begon 's morgens met een inval van de Landwacht in een woning, waar volgens een tip een clandestiene radio was. Een vrouwelijke getuige vertelde dit aan een vriendin, wier zoon was ondergedoken. Op haar beurt waarschuwde zij weer buurtgenoten. Onderduikers spoedden zich vervolgens in grote haast naar een groot met bomen en struiken begroeid terrein tussen het gemeentehuis Jagtlust, de Konijnenlaan en de Algemene Begraafplaats. SS-Oberscharführer Siegfried Samland zag toevallig wat er gaande was en meldde dit aan zijn commandant, SS-Obersturmführer Von Molier. Op zijn bevel werd een klopjacht gehouden, waarbij veertien mannen werden opgepakt. Onder hen waren drie ambtenaren, die, vrijgesteld van de arbeidsinzet, op weg waren naar hun werk. De arrestanten werden niet aangehouden om graafwerkzaamheden te verrichten, maar werden beschouwd als politieke gevangenen. Op 11 oktober 1944 vertrokken zij samen met onder anderen de ongeveer zeshonderd gevangen genomen Puttenaren van Kamp Amersfoort naar concentratiekamp Neuengamme, waar zij drie dagen later arriveerden. Jaap van Leeuwen was de enige die de oorlog zou overleven. Na een week ging de groep naar buitenkamp Husum-Schwesing. Twee weken hierna volgde overbrenging naar buitenkamp Ladelund, waar de omstandigheden zo ellendig waren dat volgens Brugman, schrijver van een boek over de oorlogsjaren in De Bilt en Bilthoven, in zes weken tijd elf van de veertien Biltenaren bezweken (1*, 2*). Slechts drie mannen keerden naar Neuengamme terug (3*), aldus Van Leeuwen. Over Neuengamme verklaarde Jaap van Leeuwen: '.... en het was daar ook verschrikkelijk. Op 16 december werd Jan van Ek (4*) voor mijn ogen doodgeslagen. Ik heb dit zelf zien gebeuren. Dezelfde dag stierf Henk van Leeuwen (5*) als gevolg van de doorstane ellende. Het was verschrikkelijk.' De overlijdensakte, de Oorlogsgravenstichting, die zich als regel op overlijdensakten baseert en de database van gevangenen in het boek Nederlanders in Neuengamme vermelden bij Jan Gerrit van Ek als sterfdatum en -plaats 31 mei 1945 Bergen-Bergen. Dit was een pro memorie sterfdatum, die werd gebruikt als niet duidelijk was, wanneer het slachtoffer was overleden.
(1*) Overlevende Van Leeuwen, geciteerd door Brugman: 'Dit bleek een zogenaamd 'Vernichtungslager' te zijn, waar we ook zeer weinig te eten kregen, Per maaltijd één snee brood en 's avonds koolsoep. Mishandelingen waren aan de orde van de dag en de mensen stierven er als ratten.' In vijf barakken, die bestemd waren voor in totaal vijfhonderd gevangenen, werden tweeduizend gehuisvest. 'Als je dit dan nog wel huisvesten kon noemen, want er waren geen kribben om in te slapen, er was geen stro en zelfs geen water om te drinken of je te wassen. Het regime was zeer streng. Elke ochtend vroeg moest men een uur lopen, waarbij iedereen mee moest. De zieken werden meegedragen en bij het werk in het gras langs de weg gelegd in regen en wind. Het was intussen november! In de avond marcheerde men weer terug met medeneming van de zieken en de lijken van degenen die intussen waren gestorven.'
(2*) In het slachtofferregister van de Oorlogsgravenstichting (OGS) bevinden zich tien slachtoffers uit De Bilt en Bilthoven die in de periode begin november tot 15 december 1944 zijn overleden:
- Lucas Bomhof (ambtenaar 9 maart 1905 Apeldoorn - 8 november
1944 Neuengamme);
- Jan Wulfer van Kooten (letterzetter (13 januari 1916 De Bilt - 9
november 1944 Ladelund);
- Gijsbert Klok (grondwerker, 10 december 1911 De Bilt - 10
november 1944 Ladelund);
- Hendrikus Doornekamp (elektromonteur (15 juli 1917 De Bilt - 11
november 1944 Ladelund);
- Dirk van Leeuwen (slager, 10 juli 1920 Wilnis - 19 november 1944
Ladelund);
- Willem van Kooten (grondwerker en broer van Jan Wulfer van
Kooten, 10 september 1913 Bilthoven - 19 november 1944
Ladelund);
- Hendrik van Ek (13 juli 1923 De Bilt - 29 november 1944 Ladelund);
- Hendrik Verkuil (bankwerker (23 oktober 1925 Bilthoven - 25
november 1944 Ladelund);
- Antonius Hermanus Johannes de Zwart (kantoorbediende 16
november 1905 Utrecht - 29 november 1944 Neuengamme);
- Johan van Dijk (arbeider, 27 augustus 1927 De Bilt - 15 december
1944 Ladelund).
Alleen bij de ambtenaren Bomhof en De Zwart is als overlijdensplaats in het slachtofferregister niet Ladelund, maar Neuengamme vermeld. Het door de OGS genoemde tijdstip van overlijden van de derde ambtenaar valt buiten de periode van zes weken: Franciscus Theodorus Wilhelmus Maria Lazarom (27 mei 1915 's-Gravenhage - 15 maart 1945 Neuengamme).
(3*) Bij deze drie is Franciscus Lazarom (zie 2*) niet inbegrepen.
(4*) Jan Gerrit van Ek was een broer van Hendrik van Ek, die op 29 november 1944 was gestorven (zie 2*).
(5*) Hendrik van Leeuwen (22 augustus 1918 Wilnis - 16 december 1944 Neuengamme). Henk van Leeuwen was een broer van Jaap van Leeuwen en Dirk van Leeuwen, die op 19 november 1944 was overleden (zie 2*).
Van Ek is gecremeerd in het concentratie Neuengamme.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!