Woonde in Hillegom, Havenstraat 2. Ongehuwd. Arbeider. Rooms-Katholiek. Hij was een van de negen in Duitsland te werk gestelde inwoners van Hillegom die na de oorlog niet terugkeerde. Over zijn dood bestaan drie lezingen. Een ervan is dat hij in Lager 21 (1*) door mishandeling is overleden. Volgens de Oorlogsgravenstichting stierf hij als gevolg van algehele lichaamsverzwakking. Het Nederlandsch Informatiebureau Arbeiders Duitschland (2*) meldde dat Opstal in de pantserfabriek MIAG in Brunswijk heeft gewerkt en dat hij is doodgeschoten, toen hij het kamp verliet om voedsel te gaan halen. (3*)
(1*) Volgens een Duits Wikipedia-artikel werd het Arbeitserziehungslager Hallendorf ook Lager 21 of Sonderlager 21 en Arbeitserziehungslager Watenstedt-Hallendorf genoemd.
(2*) Het Nederlandsch Informatiebureau Arbeiders Duitschland (NIAD) werd in maart 1944 opgericht. Initiatiefnemers waren de Nijmeegse kapelaan Od (O.A.M.A.W) Schellekens en Louise Nordbeck-Cunow. Tijdens de oorlog werden voedselpakketten naar Nederlandse dwangarbeiders gestuurd. Familieleden van dwangarbeiders, die al geruime tijd niets meer van hun verwanten hadden gehoord, benaderden het bureau om informatie. Het Informatiebureau begon daarom informatie over vermiste dwangarbeiders te verzamelen. In 1947 werd het bureau opgeheven.
(3*) De beide laatste lezingen worden door Frans Out in het boek Hillegom '40-'45 genoemd. De eerste versie is afkomstig uit het archief van Jack Kooistra.
In eerste instantie begraven op Friedhof Jammertal in Salzgitter (rij 15, grafnummer 3). Later herbegraven op het Nederlands Ereveld in Hannover (vak/rij F, grafnummer 48).
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!