Woonde in Bunschoten, Molenstraat 26. Zoon van winkelbediende Hendrik Ickelsheimer (3 november 1882 Haarlem) en Jantje Ruardy (8 maart 1885 Blokzijl). Gehuwd in 1940 met Zwaantje Hendrika Leutscher. Wachtmeester Marechaussee. Lid verzet. Voor de oorlog had Ickelsheimer als sergeant-capitulant – onderofficier die vrijwillig in dienst was – in het leger gediend. Veertien dagen nadat hij op 15 juli 1940 met groot verlof was gestuurd werd hij Marechaussee. Zijn politieopleiding moest hij onder diensttijd volgen. In juli 1942 werd hij overgeplaatst naar de Brigade Bunschoten. Ickelsheimer, sinds 1 maart 1943 na een reorganisatie van de politie Wachtmeester van de Staatspolitie, hielp het verzet. De verstandhouding met zijn chef verslechterde dermate dat hij regelmatig elders – onder meer enkele keren in Eemnes – moest werken en uiteindelijk in de zomer van 1944 in Kleinwindeweer werd gedetacheerd. Na een paar maanden kon hij het niet langer voor zijn geweten verantwoorden om voor de politie te werken en dook hij onder. Toen leden van de verzetsgroep, waarbij zich had aangesloten, in december 1944 werden opgepakt en geëxecuteerd, vluchtte hij met zijn gezin naar Eemnes. Op zijn nieuwe onderduikplek bij Wouter de Wit dichtbij restaurant De Witte Bergen voelde hij zich zo veilig dat hij nu en dan in uniform in de buurt rondfietste. Wel had hij altijd een pistool bij zich. Twee jongemannen kregen begin 1945 dankzij hem een beter onderduikadres. In de vroege ochtend van 1 maart 1945 kwam hij bij een vuurgevecht om het leven, nadat hij op een groep van ongeveer dertig Duitsers was gestoten. Zijn naam staat op het Vrijheidsmonument in Eemnes.
Herbegraven op het Nederlandse Ereveld van de Oorlogsgravenstichting in Loenen, vak E, grafnummer 1268.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!