Cornelis Groendijk woonde in Ternaard. Hij werd op 20 september 1883 geboren als zoon van Hendrik Groendijk (28 augustus 1853, Terschelling - 19 april 1931, Ternaard) en Anne Boer (7 november 1852, Terschelling - 9 juli 1943, Ternaard). Op 8 juni 1916 huwde hij met Tettje Jollema (12 oktober 1882, Oosterend, Terschelling - 13 januari 1983, Warmond). Het echtpaar kreeg één kind. Cornelis Groendijk werkte als notaris en was tijdens de Tweede Wereldoorlog lid van het verzet behorend tot de LO-Westdongeradeel. Zijn woning was regelmatig een ontmoetingsplaats voor de illegaliteit, onder meer omdat er een goede schuilplek was. Het gezin had zich ontfermd over het joodse jongetje Leo de Smitt, dat de oorlog heeft overleefd. Tijdens een razzia werd de onderduikersschuilplaats begin maart 1945 toch ontdekt. Twee mannen, een zoon van Groendijk en Albert Douwes Nauta, werden gearresteerd en opgesloten in de plaatselijke herberg, waaruit ze echter wisten te ontsnappen. Een derde onderduiker, veldwachterszoon S. Sikkes, had direct al weten weg te komen. Op 7 maart 1945 kreeg Groendijk een tip dat men hem wilde arresteren. Het arrestatiebevel was telefonisch afgeluisterd door de ondergrondse. De notaris vertrok vanuit zijn schuilplaats naar elders. De volgende dag kwam hij in het dorp alsnog bij een Duitse patrouille in beeld. Hij wilde rechtsomkeert maken en riep daardoor argwaan op bij de Duitsers. Aan een sommatie van zijn fiets te stappen gaf hij geen gehoor, waarna hij prompt werd neergeschoten. Oorspronkelijk werd Groendijk in Ternaard begraven. Op 16 oktober 1945 werd hij herbegraven op de Nederlands Hervormde Begraafplaats in Hoorn op Terschelling (koopgraf, kelder).
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!