Woonde in 's-Gravenhage, Stortenbekerstraat 115. Zoon van Hendrik Wilhelm Hölzel en Alberta Antonia Philips. Gehuwd met Alberdina Petronella Bevelander. (Vrachtauto)chauffeur/kelner/bakkersknecht. Verzet. Hij was lid van de verboden Communistische Partij van Nederland. Op 10 september 1941 is hij door de SD gearresteerd, omdat hij een illegale krant in bezit had. Rudi Harthoorn (Vuile oorlog in Den Haag. Bestrijding van het communistisch verzet tijdens de Duitse bezetting) vat zijn arrestatie onder de noemer van het oprollen van de Vonkgroep. Van Kamp Amersfoort werd Hölzel gedeporteerd naar concentratiekamp Buchenwald. Daar arriveerde hij op 31 maart 1942. Hij had 'Häftlingsnummer' 2195. Samen met Dirk Deutekom (geb. 1 december 1895 Amsterdam) kwam hij op 6 juni 1944 in Neuengamme terecht. Hij werd ingezet in de ziekenbarak. In november 1944 kregen Hölzel en Deutekom tot taak om twintig joodse kinderen te verzorgen. De arts Kurt Heiszmeyer (26 december 1905 - 29 augustus 1967) gebruikte hen als proefkonijn voor experimenten met tuberculosebacillen. Toen kort voor de bevrijding sporen moesten worden uitgewist, werden de beide verzorgers samen met twee Franse artsen en de kinderen in de kelder van de school Bullenhuser Damm opgehangen. Over de overlijdensdatum bestaan verschillende opgaven. Volgens het Totenbuch van Neuengamme is Hölzel op 20 april 1945 om het leven gebracht. Ook de overlijdensakte A1015/1948 van de gemeente noemt die datum. De Oorlogsgravenstichting vermeldt daarentegen 21 april 1945, terwijl Harthoorn en de Erelijst van de Gevallenen 19 april 1945 als sterfdatum geven. Hij is gecremeerd in het crematorium van concentratiekamp Neuengamme. De as werd op 22 april 1945 over de velden rond het kampterrein verstrooid.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!