Woonde te 's-Gravenhage, Jan Pietersz. Coenstraat 17. Zoon van mr. dr. Jacob Weijl (advocaat en procureur, 4 februari 1889 's-Gravenhage - 23 juli 1943 Sobibor, Polen) en Marianne Cohen (13 april 1891 's-Gravenhage – 20 juni 1978 's-Gravenhage). Ongehuwd. Reserve 1e luitenant 6e Regiment Veldartillerie. Nederlands Israëlitisch. Na het einddiploma op het Stedelijk Gymnasium Haganum in Den Haag te hebben behaald studeerde John, zoals zijn roepnaam luidde, rechten in Leiden. Eind 1940 deed Weijl een poging om naar Zwitserland te ontkomen. Bij de Frans-Zwitserse grens werd hij door de Duitsers gepakt. Zeven maanden zat hij opgesloten in de gevangenis in Besançon, waarna hij op 17 september 1941 via het joodse doorgangskamp Drancy naar Duitsland is overgebracht. Weijl wist te ontvluchten, maar werd weer gevangen genomen. Tijdens het verhoor gaf hij als reden van zijn vlucht op dat hij een jood was. Die opmerking betekende zijn doodvonnis. Kort daarop werd hij volgens een medegevangene doodgeschoten. Zijn moeder en drie andere kinderen van het gezin overleefden de oorlog.
Waarschijnlijk gecremeerd in het crematorium van concentratiekamp Gross-Rosen in Rogoznica in Polen.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!