Woonde in Amsterdam, Eerste Jan van der Heijdenstraat 60. Zoon van koetsier/melkslijter Petrus van Dijk (27 augustus 1871 Ouder-Amstel - 23 november 1956 Blaricum) en Geertruida Hendrika van Rossum (11 maart 1878 Uithoorn – 18 november 1956 Amsterdam). Huwde op 27 juli 1922 met Petronella Catharina Drubbel (14 juni 1902 Amsterdam – 5 mei 1976 Amstelveen). Het echtpaar had dertien kinderen. Melkslijter. Lid verzet. Van Dijk werd in mei 1943 door het verzet benaderd, onder meer omdat hij melk leverde aan politiebureaus en daardoor contact met de politie had. In zijn woning troffen verzetsmensen elkaar veelvuldig. Advocaat L. Vorstman, die hij kende omdat hij voor de oorlog ijverde voor de belangen van melkboeren, probeerde op zijn verzoek in contact te komen met door de SD gevangen genomen verzetslieden. Wellicht door verraad van Vorstmans contactpersoon vielen de Duitsers zijn woning binnen. Op dat moment waren er veel verzetsmensen aanwezig. Zelf werd Van Dijk opgepakt, toen hij van de melkfabriek op weg was naar huis. De hele verzetsgroep werd opgerold. Zoon Piet was ook actief in het verzet: hij hield zich bezig met het verstrekken van uniformen en wapens. Via het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam en Kamp Amersfoort kwam Van Dijk in Vught terecht. Vlak voor het opheffen van Kamp Vught is hij op 'Dolle Dinsdag' met een 58 anderen gefusilleerd. Zijn naam staat zowel op het monument op de fusilladeplaats als op de herdenkingswand in de bezinningsruimte van Kamp Vught. Postuum is hem het Verzetsherdenkingskruis toegekend.
Van Dijk is gecremeerd in het concentratiekamp Vught.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!