Hendrik van der Galiën woonde in Leeuwarden en was de zoon van Sybe (Meinderts) van der Galiën (24 mei 1842 Akkerwoude) en Jantje (Jouws) Kooistra (29 december 1852 Akkerwoude). Hij was gehuwd met Carolina Catharina Jerphanion (20 november 1886 Zwolle - 14 juni 1967 Drachten). Het echtpaar had negen kinderen. Zijn functie was Opperwachtmeester. Hij was sinds 1920 agent bij de Gemeentepolitie van Leeuwarden. Zijn geloof was Gereformeerd.
Hendrik van der Galiën was lid van het verzet en maakte deel uit van de LO-Leeuwarden. Onder meer hielp hij veel mensen onderduiken. Ook waarschuwde hij joden en verzetslieden voor komende razzia's en werkte hij samen met Jan Evenhuis, de leider van het Nationaal Steunfonds in Friesland. De vondst van het NSF-archief in het kaaspakhuis van de firma Tamminga aan de Schrans in Leeuwarden werd hem noodlottig. De Friese SD-medewerker Fransoos Exaverius Lammers (26 december 1899 Bolsward - 24 juli 1971 Breda) trof in de stukken een aantekening op briefpapier van de Leeuwarder politie aan. NSB-politieman Taco Mansems herkende het handschrift niet, maar de ontboden officier van de administratie, de toenmalige klerk 1e klas en latere luitenant bij de Koninklijke Marechaussee in Apeldoorn Hendrik Josephus Snoekc, zei onmiddellijk: 'Dat is van Van der Galiën.' Bovendien liet hij aan de hand van een dossier zien dat het handschrift op het briefpapier overeenstemde met dat van Van der Galiën. De volgende middag (18 of 19 juli 1944) werd de opperwachtmeester gearresteerd, toen hij zijn dienst wilde aanvangen. Nadat de Duitsers verdwenen waren, zond Van der Galiën twee van hun dochters naar andere verzetsmensen om voor naderend onheil te waarschuwen. Overal arriveerde de SD daardoor te laat bij de door hen gezochte personen. Van der Galiën werd na zijn arrestatie overgebracht naar het Scholtenhuis in Groningen en daarna naar het concentratiekamp Vught. Met Evenhuis en twaalf andere gevangenen uit het Noorden, voor het merendeel Friezen, is hij op 18 augustus 1944 gefusilleerd. Saillant detail: kort voor zijn aanhouding redde hij een Duitse militair van de verdrinkingsdood. Als reden voor deze redding gaf hij op: 'Ook al is het een vijand, het is en blijft ook een mens.' Tegen Snoekc is na de oorlog voor het Bijzonder Gerechtshof vijf jaar cel geëist, maar door een 'formele fout' is geen uitspraak gedaan. In het politiebureau aan de Holstmeerweg in Leeuwarden is een plaquette aangebracht waarop Van der Galiën wordt herdacht. Zijn naam staat bovendien op het gedenkteken op de fusilladeplaats en de herdenkingswand in het Nationaal Monument Kamp Vught. Zie ook Berghuijs, Adriaan.
Van der Galiën is gecremeerd in het concentratiekamp Vught.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!