Woonde in Wageningen. Zoon van Rijer van Dam en Maartje van Druten. Gehuwd met Cornelia Lena Valkhof. Matroos/los arbeider/bakker. Lid verzet en lid van de door de Duitsers verboden Communistische Partij van Nederland (CPN). Voor deze partij en haar voorganger, de Communistische Partij Holland (CPH), heeft hij in de gemeenteraad van Wageningen gezeten. In juli 1940 werd hij samen met zijn partijgenoot Johannes Dolphijn door de Rijkscommissaris uit de raad gezet. Van Dam is ook voorzitter van de plaatselijke CPN-afdeling geweest en heeft voor de Provinciale Staten gekandideerd. Zijn naam stond op de lijst van links-extremistische personen, die de Centrale Inlichtingendienst in 1939 vervaardigde. Na de Februaristaking van 25 en 26 februari 1941 in Amsterdam naar aanleiding van de jodenvervolging opende de bezetter de jacht op communisten. Om die reden dook Van Dam onder. Op 16 augustus 1942 is hij vermoedelijk na verraad in een volkstuintje in Amsterdam gearresteerd. Na verhoren is Van Dam naar Kamp Amersfoort overgebracht. Samen met negen andere communisten en twee revolutionair-socialisten uit dit kamp en drie gijzelaars uit de kampen in Haaren en Sint-Michelsgestel is hij in het bos Den Treek - Henschoten bij de Pyramide van Austerlitz in Woudenberg gefusilleerd als represaille voor sabotageactiviteiten in het oosten van het land. Aan de terechstelling was geen proces vooraf gegaan. Begin februari 1946 diende het raadslid J. van de Peppel een verzoek in om een straat in Wageningen naar Van Dam te vernoemen, maar dat werd afgewezen. Zijn naam staat op het herdenkingsmonument bij Woudenberg.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!