Woonde in Venray, Kruitweg 17. Zoon van stucadoor Peter Johannes Hendrikus Arts (9 februari 1888 Venray) en Catharina Kuijpers. Ongehuwd. Leerling-stucadoor. Rooms-Katholiek. Lid verzet. Onmiddellijk na de bevrijding van Helmond, waar hij toen verbleef, trok Arts een Amerikaans uniform aan. In opdracht van zijn superieuren moest hij echter in burger door de Duitse linies om inlichtingen te verzamelen over de Duitse posities en hun sterkte. Een patrouille van de Feldgendarmerie kreeg hem in Venlo in het vizier en pakte hem op. Mogelijk was hij in gezelschap van Leendert de Geus (broodbakker, 28 april 1919 Rotterdam). De Feldgendarmie droeg in ieder geval beide mannen, die bij hun arrestatie wapens bij zich hadden, aan de Sipo over. De Maastrichtse SD-commandant Max R. Ströbel gaf Nitsch, Fiebig en Hoffmann opdracht de beide mannen bij de Maas te fusilleren. Een van hen raakte direct dodelijk verwond. Toen Duitse soldaten de schoten hoorden, openden zij het vuur, zonder dat zij door de duisternis konden zien op wie zij schoten. Voor Nitsch c.s. was dat reden om een veiliger plekje op te zoeken. De zwaar gewonde tweede gevangene slaagde er met grote moeite in weg te komen en de vlakbij gelegen boot van schipper Klaas de Jong te bereiken. Deze verbond hem, maar de Duitsers wisten hem snel op te sporen door het volgen van het bloedspoor dat hij had achtergelaten. Op de kade schoot SD-handlanger J.N. Grootjans hem dood. Volgens Fred Cammaert, schrijver van Het Verborgen Front, is De Geus door Grootjans gedood. Maar toen deze medio 1950 voor de bijzondere strafkamer in Maastricht terecht stond, werd ten laste gelegd én bewezen verklaard dat hij Arts had doodgeschoten. Grootjans, die tevens de illegale werker Jan Emmens (1 augustus 1916 Anloo - 15 april 1945 Anna Paulowna) had gedood, werd veroordeeld tot twintig gevangenisstraf. Tegen hem was de doodstraf geëist.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!