Woonde te 's-Gravenhage (Den Haag). Ongehuwd. Leerling toneelspeler bij Het Residentie Toneel in Den Haag. Geen kerk. Van Ees weigerde in februari 1942 lid te worden van de Kultuurkamer en stopte met zijn opleiding. Hij vond een baan bij de Veehouderij Centrale. Eveneens weigerde hij te voldoen om werkzaamheden uit te voeren voor de Nederlandse Arbeidsdienst en dook onder. In de zomer van 1943 sloot hij zich bij het verzet aan. Onder anderen zorgde hij voor onderduikers, voerde koerierswerk uit, vervalste persoonsbewijzen en documenten en deed mee aan overvallen. Na een mislukte overval in Rijpwetering werd hij op 30 april 1944 in Oude Wetering gearresteerd. Eerst is hij overgebracht naar het Sipo-kantoor in Leiden, daarna naar het politiebureau Haagsche Veer in Rotterdam en tenslotte naar Vught.
Hij werd daar opgesloten in de ‘bunker’. Op 2 juni 1944 verschijnt hij om 09.00 uur voor het Polizeistandgericht ’s Hertogenbosch en wordt ter dood veroordeeld. Op 6 juni 1944 wordt hij rond drie uur 's nachts uit zijn cel gehaald, samen met 28 andere mannen, overgebracht naar de duinen bij Overveen en daar vroeg in de ochtend gefusilleerd. Op 25 juli 1945 wordt het stoffelijk overschot van Henry van Ees gevonden in Grafkuil XII aan de zuidkant van de Zeeweg (de weg van Overveen naar de kust). Later in het najaar van 1945 wordt hij te Amsterdam geïdentificeerd door zijn moeder.
Van Ees is postuum het Verzetsherdenkingskruis toegekend. Op zijn grafmonument staat de tekst: "Toen hem de Groote Regisseur een rol toebedeelde was hij bereid".
Zie ook: Peter H. Heere & Arnold Th. Vernooij: De Eerebegraafplaats te Bloemendaal.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!