TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Pruis, Carel

    Geboortedatum:
    20 juli 1922 (Velp, gemeente Rheden)
    Overlijdensdatum:
    15 maart 1945 (Imbosch/Rozendaal)
    Begraven op:
    Nederlandse Oorlogsgraven Algemene Begraafplaats Heiderust Rheden
    Graf: 595.
    Nationaliteit:
    Nederlandse

    Biografie

    Woonde te Velp. Zoon van arbeider Carel Pruis (25 maart 1884 Arnhem – 24 augustus 1941 Velp) en strijkster Geertruida Johanna van Zwam (27 september 1892). Ongehuwd. Chauffeur. Lid verzet. Hij maakte deel uit van de knokploeg van de Apeldoorner Geert Gosens (1*), die na veel overleg bereid was onder de vlag van de Binnenlandse Strijdkrachten te opereren. Pruis was een zwager van Gosens. De leider van de knokploeg was met zijn zuster Johanna gehuwd. Ook zijn broer Louis was bij de verzetsgroep aangesloten. Samen met Hendrik de Weerd, Wim Kok, Gosens en de gedeserteerde Oostenrijkse Waffen-SS'ers Joseph – Sepp – Köttinger en Hermann Kempfer overviel hij in de nacht van 6 op 7 maart 1945 in de buurtschap Woeste Hoeve de auto van de Höhere SS- und Polizeiführer Hanns Albin Rauter. Diens adjudant Untersturmführer Erwin Exner en chauffeur Wilhelm Klotz (2*) waren (vrijwel) op slag dood. Rauter raakte zeer ernstig gewond. De meest aangehangen lezing is dat de aanslag onbedoeld was: de verzetsmensen hadden het niet op de hoogste Duitse politiechef in ons land gemunt, maar wilden de hand leggen op een passerende vrachtauto. Die wagen hadden zij nodig voor het vervoer van drieduizend kilogram varkensvlees, die uit een vleesbedrijf in Epe zou worden ontvreemd. De bezetter nam bloedig wraak. Op vijf plaatsen (Fort de Bilt, Woeste Hoeve, Waalsdorpervlakte, schietbaan in Leusden en Amsteldijk te Amsterdam) werden in totaal 274 Todeskandidaten (3*) gefusilleerd. De verzetsgroep hield zich een week gedeisd. Toen konden ze niet langer in hun schuilplaats blijven, omdat Wehrmachtsoldaten in een groot gebied systematisch op zoek gingen naar 'terroristen' en onderduikers. Pruis en Kempfer probeerden op 14 maart 1945 zo veel mogelijk wapens en munitie op de fiets over te brengen van hun schuilplek op camping Coldenhove naar Velp om die uit Duitse handen te houden. Onderweg kwamen ze echter een Duitse patrouille tegen. Toen ze de bossen van het landgoed De Imbosch in vluchtten, werden ze onder vuur genomen. Pruis raakte gewond. De Duitsers Ferdinand Frankenstein en Roald Ohmstedt van het Einsatzkommando Apeldoorn kregen opdracht om nog dezelfde avond naar de twee mannen te zoeken, maar de duisternis speelden hen parten. De volgende dag zagen zij Pruis op een boerenwagen liggen. Volgens Kriminalsekretär Frankenstein (4*) had hij een ernstige schotwond in het achterhoofd en gaf een meegekomen arts aan dat hij niet in leven zou blijven. Daarom had de Duitser de zwaargewonde man, die wapens (onder meer granaten) bij zich had, een genadeschot in het hart gegeven. Inspecteur Johannes de Groot van de Apeldoornse politie constateerde later die dag dat Pruis twee niet-dodelijke schampschoten aan het hoofd had. Het viel hem op dat het hoofd van het slachtoffer tekenen van mishandeling vertoonde. De Duitsers namen het stoffelijk overschot op de kar mee en begroeven het in een gat in het bos. Begin juni 1945 is het lichaam van het slachtoffer opgegraven in een eenmansgraf bij de kruising van de Eerbeekseweg met een zandpad. Pruis werd herbegraven op de Algemene Begraafplaats Heiderust in Rheden, 4e klasse, grafnummer 595.
    (1*) Gerhard – Geert – Gosens (12 september 1915 Bölkum bij Wuppertal, Duitsland – 1 oktober 1997 Longwarry, Australië), bijnaam Grote Geert, schuilnaam P.H. den Hartog, plaatwerker, later garagehouder, in 1954 geëmigreerd naar Belgisch Congo en naderhand Australië).
    (2*) Beiden zijn begraven op de Duitse Militaire Begraafplaats in Ysselsteyn.
    (3*) In publicaties meldt men meestal dat het aantal gefusilleerde slachtoffers 263 bedraagt. Er wordt dan van uitgegaan dat er in Fort de Bilt in Utrecht zes Todeskandidaten om het leven zijn gebracht. Op 8 maart 1945 zijn er echter nog elf andere gedetineerden in het fort doodgeschoten.
    (4*) Frankenstein was, net als Ohmstedt, bij de SD in Antwerpen werkzaam geweest. Door de geallieerde opmars kwam hij bij het Einsatzkommando in Apeldoorn terecht. Frankenstein, in rechtbankverslagen wel aangeduid als het monster (van) Frankenstein, werd op 8 juni 1949 conform de eis door het Bijzonder Gerechtshof in Arnhem veroordeeld tot de doodstraf. Het Hof achtte bewezen dat hij Pruis had gedood en de leiding had gehad bij het doodschieten van zes joodse mensen, onder wie een jong kind, uit het Pas-op-kamp bij Vierhouten. Frankenstein, die op 8 maart 1945 in de buurtschap Woeste Hoeve een aantal slachtoffers het genadeschot had gegeven, werd vrijgesproken van een strafbaar aandeel in de massafusillade. In juli 1950 handhaafde de Bijzondere Raad van Cassatie de opgelegde straf. Een herzieningsverzoek werd in december 1951 nog afgewezen, maar een maand later zette de Raad de doodstraf om in een levenslange gevangenisstraf, omdat Frankenstein bij het plegen van de delicten onder grote druk van zijn superieuren had gestaan en het weigeren van een bevel tot zijn dood zou hebben geleid. Zijn straf werd later nog eens verminderd. Op 5 oktober 1959 is hij de grens naar Duitsland overgezet.

    Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

    Bronnen

    • Richard Schuurman, Spoor naar Woeste Hoeve. De zoektocht naar de geëxecuteerde piloot Czeslaw Oberdak, Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2012; Jan van der Wal, Slachtoffers van de Rozendaalse Emmapyramide. Velps gevangenisleven in de winter van '44-'45 en de na-oorlogse speurtocht naar vermisten, Uitgeverij Fagus, Aalten, 1997; Monster van Frankenstein voor het Hof te Arnhem, Nieuwe Apeldoornsche Courant, 24 mei 1949, site delpher.nl; Het monster Frankenstein. 'Maar één straf mogelijk: de doodstraf'. Elburger Courant, 31 mei 1949, Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe (snv.courant.nu); Twee Duitsers voor de bijzondere raad van cassatie, Leeuwarder Courant, 21 december 1951, site delpher.nl; Niederländische Strafverfahren gegen Deutsche en Österreicher wegen im 2. Weltkrieg begangener NS-Verbrechen; Oorlogsgravenstichting; site wiewaswie.nl (waaronder overlijdensakten 10/1945 gemeente Rozendaal en 478/1945 gemeente Rheden); genealogieonline.nl (stamboom Martens IJsselstreek).

    Foto