Woonde in Nieuwer-Amstel. Zoon van Frits Jan Nieuwenhuijsen (werktuigkundige, 10 april 1877 Utrecht – 5 oktober 1956 Zeist) en Maria Wilhelmina Henrietta Westra (9 augustus 1874 Tholen). Gehuwd op 17 juni 1931 in Hilversum met Antonia Catharina Johanna Maria Liesker (9 september 1906 Princenhage – 21 juni 1989 Amsterdam). Het echtpaar had twee kinderen. Generaal-agent Verzekeringsmaatschappij De Hollandsche Sociëteit van 1808. Geen kerk. Lid verzet. Tijdens de bezetting ging hij zich al snel met de Ordedienst en spionage bezighouden. In maart 1941 werd hij gearresteerd. Volgens de voor de Duitsers werkende politieman Viëtor (1*) hadden een vader en een dochter verklaard dat Nieuwenhuijsen met hen illegale bladen uitwisselde. Na negen weken kwam hij weer vrij, omdat uit verklaringen was gebleken dat hij slechts uit verzamelwoede illegale bladen verzamelde. Hij dook onder en ging gewoon door met ondergrondse activiteiten. Nieuwenhuijsen werd medewerker van de Sectie V van de OD, lid van het Nationaal Comité van Verzet en secretaris van de Contact-Commissie Grote Adviescommissie der Illegaliteit en het Amsterdamse en Landelijke Werkcomité. Tevens onderhield hij contacten met het Artsenverzet, poogde hij de illegale pers te centraliseren en was hij actief bij de voedselvoorziening naar gevangenen in de kampen in Westerbork, Vught en het Poolse Stanislau. Verraad door de jurist Johan van Lom (2*) leidde ertoe dat op 27 januari 1945 in Amsterdam bij een vergadering van het Landelijke Werkcomité topmensen van het verzet, onder wie Nieuwenhuijsen, werden gearresteerd. Bij een ontsnappingspoging raakte hij gewond. Met zeven anderen is hij gefusilleerd bij de Jan Gijzenbrug, waar twee dagen eerder een vuurgevecht had plaatsgevonden, dat een Feldgendarme het leven kostte. Postuum is hem op 7 mei 1946 het Verzetskruis toegekend. Naar hem zijn straten vernoemd in Gouda (Nieuwenhuisenpad), Amstelveen (Nieuwenhuijsenlaan) en Amsterdam (Nieuwenhuysenstraat).
(1*) Jan Nicolaus Viëtor (28 december 1907 Assen).
(2*) Johan van Lom (3 juni 1918 Gorinchem – geliquideerd 5 maart 1945 Amsterdam), verzetsnaam Van Arkel, in buitenechtelijke affaire door Duitser Friedrich Viebahn onder druk gezet na arrestatie van zijn geliefde, een koerierster.
Begraven in de duinen bij Overveen (grafkuil R0. Herbegraven op Eerebegraafplaats Bloemendaal, vak 35.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!