Woonde in Leiden. Zoon van luitenant-kolonel der artillerie François Adriaan Jan de Klerck (29 november 1888 Magelang, Nederlands-Indië) en Christina Jaski de Boer (4 mei 1898 Tawangredjo, Nederlands-Indië). Ongehuwd. Tweede luitenant – artillerie – (overlijdensakte)/cadet (Erelijst van Gevallenen)/cadet-vaandrig (De Ondergrondse Pers 1940-1945)(1*). Nederlands Hervormd. Lid verzet behorend tot de Ordedienst. De verzetsgroep waarvan hij deel uit maakte, bestond voornamelijk uit studenten van de Leidse universiteit, onder wie een aantal aspirant-officieren. Een van de activiteiten van de verzetslieden was de uitgave van het illegale blad 'Ik zal handhaven'. Zij beschouwden dit blad als onderdeel van het spionage- en sabotagewerk. Volgens De Ondergrondse Pers 1940-1945 bevatte het blad 'in de eerste plaats praktische aanwijzingen voor de techniek en de tactiek van het openlijk verzet'. In oktober 1941 werd De Klerck gearresteerd. Op de Leusderheide is hij op 24 juni 1943 met zeven anderen geëxecuteerd. Willem Hendrik 't Hart (27 oktober 1916 Soerabaja, Nederlands-Indië) en Cornelis Louis Kist (19 juli 1916 Bandoeng, Nederlands-Indië) waren in dezelfde Leidse verzetsgroep als De Klerck actief.
(1*) Na de ontbinding van het Nederlandse Leger op 5 juli 1940 werden cadetten die bij de Koninklijke Militaire Academie in opleiding waren tot beroepsofficier door generaal-majoor N.T. Carstens bevorderd, zonder dat er examens waren afgenomen. Een derdejaars cadet werd tweede luitenant, terwijl tweede- en eerstejaars de rang kregen van respectievelijk cadet-vaandrig en cadet-sergeant. Nadat het leger was ontmanteld, schreef een deel van hen zich in voor een studie aan bijvoorbeeld de Technische Hogeschool in Delft of een universiteit.
Begraven in een massagraf op de Leusderheide. Later werd De Klerck herbegraven op het Ereveld van de Oorlogsgravenstichting in Loenen.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!