Woonde in Ede, Klinkenbergerweg 13. Zoon van timmerman/opzichter der genie Cornelis Smit (27 februari 1879 Rhenen - 23 juni 1939 Ede) en Joanna Willemina van de Peppel (26 juni 1882 Wageningen). Ongehuwd (de vrijzinnige - Nederlands Hervormde - Smit verloofde zich met de katholieke Annie Boekestein).
Hij volgde de Mulo en studeerde daarna door voor de aktes boekhouden en Engels. Kantoorbediende bij de Nederlandsche Handelmaatschappij. Smit was voorts hopman bij de padvinders van de Langenberggroep in zijn woonplaats Ede.
Lid verzet. Hij weigerde zich in juni 1943 in Arnhem voor de Arbeitseinsatz te melden en dook eerst onder in Amsterdam en later in Enkhuizen bij Hendrik Zwaan op de Heiligenweg. De laatstgenoemde had een tijdje daarvoor zijn vrouw verloren en was vervolgens in het huwelijk getreden met Ina Mol. Daarom koos Smit als schuilnaam Piet Mol(l).
In West-Friesland bewerkstelligde hij dat in verschillende plaatsen afdelingen van de LO werden opgericht. Hij werd districtsleider van het LO-district Enkhuizen en deed mee aan overvallen op distributiekantoren. Omdat de Sicherheitsdienst al eens bij huize-Zwaan was verschenen verliet Smit het gastgezin. Hij was die keer nog gewaarschuwd en had door de achtertuinen kunnen ontsnappen,
Begin 1944 droeg hij zijn taak aan anderen over en vertrok hij naar Amsterdam, waar hij lid werd van de centrale post van de Amsterdamse Raad van Verzet en toetrad tot de Packardgroep. Met Dolle Dinsdag (5 september 1944) vertrok hij naar het Overijsselse Hengelo, waar hij kon beschikken over een eigen zender. Hij was voortaan hoofdzakelijk werkzaam voor de inlichtingendienst .
De Duitsers peilden de zender op 26 november 1944 uit. Smit, zijn marconist Anton Kattouw (1*) en medewerkster Julka Snijder-Bratu werden aangehouden. Na hun arrestatie zijn beide mannen via Enschede en het Duitse Gronau naar het Huis van Bewaring in Zwolle vervoerd. Snijder-Bratu wist tijdens het transport naar een concentratiekamp te vluchten. Zij overleefde de oorlog.
Smit en Kattouw behoorden tot degenen die zijn gefusilleerd als represaille voor de aanslag op SS-Befehlshaber Hanns Albin Rauter in de nacht van 6 op 7 maart 1945 bij Woeste Hoeve. De valse identiteitspapieren van Smit waren zo goed dat hij aanvankelijk werd geïdentificeerd als Piet Moll.
Na de oorlog werd Smit geëerd met het Bronzen Kruis. In Enkhuizen is de Piet Smitstraat en in Ede het Piet Smithof naar de verzetsstrijder vernoemd. Zijn naam is in de glazen gedenkplaat van het monument op de fusilladeplaats gegraveerd.
(1*) Anton Hendrik Kattouw (17 februari 1915 Haren).
(2*) Julka Helene Katharina Snijder-Bratu (Joegoslavische geboren in Bochum, Dld.).
Aanvankelijk begraven in een massagraf op Begraafplaats Heidehof in Ugchelen (Apeldoorn). Na een herbegrafenis bijgezet in het Mausoleum op de Paasberg te Ede, nummer 21.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!