Woonde in Meppel, Zuideinde 71. Zoon van accountant/secretaris-boekhouder van het Old Burger Weeshuis Hendrik Jan Haijtink (23 september 1878 Blessum, gemeente Menaldumadeel - 27 augustus 1958 Sneek) en Elisabeth Zuidema (21 mei 1881 Dronrijp, gemeente Menaldumadeel - 23 november 1966 Bolsward). Gehuwd op 11 september 1941 met Titia Henderika Gezina Manak (2 mei 1915 Assen). Het echtpaar had een dochter. Tandarts. Doopsgezind.
Lid verzet. Zijn adres werd gebruikt als postadres voor de afdeling Meppel van de Geheime Dienst Nederland. Hij was de naaste medewerker van de GDN-bureauhouder voor Meppel, J.A. Poortman (Chris sr.), die tevens zijn overbuurman was.
Poortman was een goed fotograaf en fotografeerde documenten en andere belangrijke stukken, die via een koerierslijn naar Engeland zijn doorgezonden. De negatieven werden bij Haijtink bewaard.
Op 9 otober 1944 is de tandartspraktijk van Haijtink door de Grüne Polizei gedeeltelijk gevorderd. Al twee dagen hierna vestigde 'Zahnärtzliches Station 92 der Deutschen Polizei' zich in zijn praktijk. Tandarts Winchenbach gebruikte zijn apparatuur om diens eigen patiënten te behandelen. Zelf kon Haijtink zijn cliënten alleen tussen een en drie uur 's middags en na acht uur 's avonds helpen. Station 92 was een maand later al weer verdwenen.
SD-medewerker en voormalig opperwachtmeester Arie Ruighaver (2*) voerde de overval op de Asser GDN-leider Marten Smallenbroek op 10 januari 1945 uit, waarmee de golf van arrestaties onder leden van de inlichtingenorganisatie startte. Daarna kreeg hij de opdracht om in de GDN in Meppel te infiltreren.
Op 12 januari 1945 is Haijtink in zijn woning gearresteerd. Dat ging niet zonder slag of stoot. Ruighaver, vergezeld door twee rotgenoten, simuleerde kiespijn. Omdat Haijtink de zaak niet vertrouwde, weigerde hij tot behandeling over te gaan.
In de gang ontstond een gevecht, waarbij Ruighaver Haijtink in de borst schoot en zichzelf waarschijnlijk in een voet. Hoewel flink gewond is Haijtink meegenomen naar de SD-gevangenis in Assen, waar hij tijdens de verhoren werd gemarteld. Ondanks de geleden pijn verried hij niemand.
Van Haijtink was algemeen bekend dat hij een intense afkeer van het nationaalsocialisme had. Als represaille voor de aanslag op SS-Befehlshaber Hanns Albin Rauter bij Woeste Hoeve is hij met 116 lotgenoten gefusilleerd.
Op de dag van zijn dood roofde de SD bijkans de hele woning van de familie Haijtink leeg. Mevrouw Haijtink en haar dochter Ineke mochten alleen wat eerste levensbehoeften behouden.
Postuum werd Haijtink het Verzetsherdenkingskruis toegekend. Zijn naam staat bovendien op het oorlogsmonument op de Woeste Hoeve. Op het monument in
het Rosarium in het Wilhelminapark te Meppel worden alle verzetsstrijders uit deze stad vermeld, die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen.
(1*) Anne Marten Smallenbroek (14 mei 1919 Assen - 10 april 1945 Assen).
(2*) Na de oorlog is Ruighaver, die al voor de oorlog lid van de NSB was, na een eis van vijftien jaar cel veroordeeld tot veertien jaar rijkswerkinrichting.
In 1941 werd hij lid van het Nationalsozialisistisches Kraftfahrkorps (NSKK). Nadien maakte hij deel uit van een SD-Einsatzkommando, dat vooral in Drenthe en Friesland actief was.
Oorspronkelijk begraven in een massagraf op Begraafplaats Heidehof in Ugchelen (Apeldoorn). Op 6 juni, na een rouwdienst in de Doopsgezinde Kerk, herbegraven op de Algemene Begraafplaats in Meppel, vak M, grafnummer 399 (in apart gedeelte voor verzetsstrijders).
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!