Woonde in Harderwijk, Schoenmakerstraat 7. Zoon van manufacturier Jan Sefrijn Langen (28 januari 1869 Harderwijk – 15 december 1956 Apeldoorn) en Jannetje Goosen (24 maart 1868 Harderwijk – 5 mei 1956 Apeldoorn). Gehuwd op 10 februari 1927 met Margaretha van den Berg (20 september 1903 Zevenhoven, Zuid-Holland). Het echtpaar had zeven kinderen. Coupeur (kleermaker)/manufacturier. Lid kerkbestuur Zendingskerk (Hervormde Gemeente Ermelo). Lid verzet. Langen herbergde joodse onderduikers in zijn huis en zorgde voor extra distributiekaarten. Hij is zelf ook een tijdlang ondergedoken geweest, maar hij moest vertrekken, omdat de bewoonster niet met een man onder één dak wilde verblijven. Daarom keerde hij naar huis terug, waar twee leden van de SD hem op 13 februari 1945 arresteerden. Via de Willem III-kazerne in Apeldoorn werd hij naar de executieplek gebracht. Als represaillemaatregel voor de aanslag op Höherer SS- und Polizeiführer Hanns Albin Rauter in de nacht van 6 op 7 maart 1945 bij Woeste Hoeve is hij gefusilleerd. Zijn naam werd in de glazen gedenkplaat van monument Woeste Hoeve gegraveerd en staat voorts op het oorlogsmonument op Begraafplaats Oostergaarde in Harderwijk.
Aanvankelijk begraven in een massagraf op Begraafplaats Heidehof in Ugchelen (Apeldoorn). Op 7 mei 1945 herbegraven op de Algemene Begraafplaats in Harderwijk. Langen kreeg op 4 november 1994 zijn laatste rustplaats op het Nationaal Ereveld van de Oorlogsgravenstichting in Loenen, vak A, grafnummer 943.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!