Woonde in Enschede, Zuiderhagen 23. Zoon van Freerk Mink en Aaltje Kelderhuis. Gehuwd met Henderika. Muller (een kind). Aannemer. Gereformeerd. Lid verzet onder de schuilnaam Marcus. Districtsleider van de LO. Mink verborg een belangrijke zender van de inlichtingengroep Packard in zijn schuur tussen de bouwmaterialen. In opdracht van dr. Helmut Meyer van het Sonderkommando Hengelo van de Marine Abwehrstelle was verrader Carl Ludwig Huschka (20 juli 1907 - 1966), geholpen door J. A. Izaks, het verzet in Enschede binnengedrongen. Vlak voor de bevrijding van de stad zorgden de beide V-Männer ervoor dat Enschedese verzetslieden op 31 maart 1945 om zeven uur 's avonds in de woning van de familie Ter Borg in de Sumatrastraat 3 bijeenkwamen. Hun was verteld dat er dan belangrijk nieuws zou volgen. In plaats daarvan overviel een SD-commando van twaalf man onder leiding van Unterscharführer Karl Erich Alfred Schöber (1903) de woning. Acht aanwezigen werden vermoord. Alleen grootmoeder G.E. Ter Borg-Alink overleefde het bloedbad door zich te verstoppen onder een tafel waarover een groot kleed hing. Mink was een van de gedoden. Het belangrijkste slachtoffer was de leider van de LO in Enschede, Pieter Zandbergen (2 oktober 1908 Enschede). De andere slachtoffers waren: Gerrit Engelbert ter Borg, zijn echtgenote Jonetta Elfering, die eerst nog haar jongste kind onder geleide mocht wegbrengen, zijn vader Gerard ter Borg, buurman Johannes Jacobus Francoijs, politieman Antonie van Essen en grenscommies Gerard Rutgers. Later werd ook Jan Hendrik Wennink en belastinginspecteur Jan Harm Bosch doodgeschoten. Op 31 maart 1945 had inlichtingenchef Meyer tegen zijn secretaresse gezegd dat ze die avond mee moest naar Enschede, want: ,,De Engelsen staan voor de deur en het is onze plicht eerst nog een illegale beweging te Enschede te ontmaskeren en te vernietigen.'' Hruschka wist in de zomer 1946 uit de gevangenis van Scheveningen te ontsnappen. Hij vestigde zich in België, waar hij als Bob Korendijk als boerenknecht in Denderwindeke werkte. In december 1946 werd hij wederom opgepakt. Het duurde tot oktober 1951, voordat de Bijzondere Strafkamer in Zutphen hem tot een gevangenisstraf van achttien jaar had veroordeeld. Daarvan zat hij er maar een deel van uit. De naam van Mink staat op het oorlogsmonument aan de Van Maasdijkstraat in Heerenveen.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!