Woonde in Mariënberg. Zoon van veenarbeider/winkelier Wolter de Lange (29 mei 1883 Bergentheim, gemeente Ambt Hardenberg – 14 april 1935 Bergentheim, Ambt Hardenberg) en Geesje ten Brinke (9 september 1896 Bergentheim, Ambt Hardenberg). Ongehuwd. Spoorwegarbeider/Koster gereformeerde kerk van Mariënberg. Gereformeerd. Lid verzet. Hij maakte deel uit van de LO-Mariënberg en de Binnenlandse Strijdkrachten (BS). Volgens Het Grote Gebod was hij voorts betrokken bij de Raad van Verzet (RVV). Hij hield zich bezig met hulp aan onderduikers en bemanningsleden van neergeschoten geallieerde vliegtuigen. In het kerkgebouw was achter het orgel en in de toren een schuilplek gemaakt. Ook nam hij deel aan sabotage-activiteiten. Een daarvan zou hem het leven kosten. De BS-groep in Mariënberg had opdracht gekregen om de brug over de rijksweg in Diffelen op te blazen en de spoorlijn in Mariënberg onklaar te maken. Terwijl de BS'ers bezig waren om springstof onder de rails aan te brengen, werden zij vanuit het spoorstation beschoten door Duitse spoorwegbeambten, die door het lawaai van de geëxplodeerde brug waren gealarmeerd. De Lange raakte zo zwaar gewond dat hij niet meer kon vluchten. Heijink schrijft dat zijn moeder en andere familieleden, die vlakbij woonden, hem om hulp hoorden roepen. Leden van de Kontroll-Kommando (KK) van Kamp Erika in Ommen, die de Duitsers hielpen, doodden De Lange. Zijn lichaam moest een dag blijven liggen. De naam van De Lange staat op de plaquette bij het NS-station en het oorlogsmonument 'Treurende moeder en kind' in Mariënberg. Ook het herdenkingsmonument 'Verlies, Verdriet, Verzet en Vrijheid' in Hardenberg vermeldt zijn naam.
Begraven op de Nederlands Hervormde Begraafplaats in Bergentheim, vak J, grafnummer 6.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!