Woonde in Amsterdam, Lepelstraat 8-III. Zoon (jongste van negen kinderen) van schijvenschuurder Hartog Worms (4 maart 1854 Amsterdam – 19 oktober 1911 Amsterdam) en Margaretha Aalsvel (27 april 1854 Amsterdam – 18 december 1929 Amsterdam). Huwde op 5 augustus 1931 met confectienaaister/lingerienaaister Bloeme Stodel (28 mei 1910 Amsterdam). Venter in lompen/lompenbewerker. Nederlands Israëlitisch. Hij is door ophanging in Kamp Amersfoort om het leven gebracht. Die dag kwam de joodse medegedetineerde Samuel Vis (1*) door dezelfde oorzaak om. De echtgenote van Worms en zijn dochter Estella (14) zijn op 9 april 1943 in het Duitse vernietigingskamp in het Poolse Sobibor vermoord. Broer Juda Worms (12 augustus 1898 Amsterdam) is begin juli 1942 vergast in de 'Landes-Heil- und Pflegeanstalt' in Bernburg an der Saale (Duitsland), waar werd geëxperimenteerd met het zo efficiënt mogelijk doden van slachtoffers. Zes andere broers en zusters van Barend Worms overleefden de oorlog evenmin. Rachel Ensel-Worms (63), Betje Ricardo-Worms (61), Klaartje Moscoviter-Worms (59), Philip Worms (57), Hendrik Worms (55) en Salomon Worms (48) werden gedood in Auschwitz en Sobibor. Een zus was al in 1921 gestorven.
Worms is op 9 november 1942 in Driehuis (gemeente Velsen) gecremeerd. Zijn as werd uit urn 13808 verstrooid op het Vijverpark bij het crematorium.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!