- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Lieutenant (1e Luitenant)
- Eenheid:
- F Section, Special Operations Executive (SOE), British Government
- Toegekend op:
- 17 december 1946
Aanbeveling:
Lieutenant (F.A.N.Y.) Violette Szabo meldde zich begin 1944 als vrijwilliger om een bijzonder gevaarlijke missie in Frankrijk uit te voeren. Die bestond uit het natrekken van een rapport dat een van onze geheime organisaties, al eerder opgericht in Rouaan en Le Havre, door de Gestapo was opgerold en, als dit rapport juist bleek, contact te zoeken met nog overgebleven, zuivere elementen.
Het was Szabo duidelijk dat dergelijk werk een hoge graad van moed en finesse vereiste maar ze aanvaardde de opdracht met enthousiasme en bij het uitvoeren van het bijbehorende gevaarlijke onderzoek toonde ze grote tegenwoordigheid van geest en scherpzinnigheid. Ze werd twee keer door de Duitse veiligheidsdiensten gearresteerd maar wist iedere door middel van een list vrij te komen.
In april 1944 werd ze samen met andere leden van haar groep door de Gestapo omsingeld in een huis in het zuidwesten van Frankijk. Tegenstand leek hopeloos maar Szabo greep een Sten gun en zoveel munitie als ze kon dragen en was vastbesloten om te proberen stand te houden, in de hoop dat hulp zou opdagen. Ze verschanste zich in een deel van het huis en wisselde schoten met de vijand waarbij ze er een of meerdere doodde. Door zich steeds te verplaatsen voorkwam ze dat ze werd ingesloten en bleef schieten totdat ze na enkele uren uitgeput neerviel, haar munitie verschoten. De Duitse commandant prees haar moed.
Ze werd in gevangenschap afgevoerd, moest eenzame opsluiting ondergaan en de kwelling van koude douches en andere zaken. Toen ze van Frankrijk overgebracht werd naar Duitsland, reisde ze per trein waarin diverse andere gevangen leden van het departement naar concentratiekampen werden afgevoerd. Szabo kende sommige van de mannen, die in een veewagen achteraan de trein zaten, van gezicht.
Tussen Chalôn en Marne (?) deed de R.A.F. een felle aanval op de trein. De Duitse bewakers, die de gevangenen hadden opgesloten en de trein op slot gedaan, verlieten het spoor om dekking te zoeken. Szabo nam een kan water en kroop op handen en knieën, haar handen waren geboeid, over de volle lengte van de gang van de trein om de officieren die zij kende water en troost te brengen. Met haar actie verhoogde ze het moreel enorm en moedigde veel van deze officeren aan om weerstand te blijven bieden.
Hoewel Szabo voortdurend en wreed werd mishandeld verried ze door woord noch gebaar enige van haar kennissen of vertelde ze de vijand iets belangrijks. Ze toonde grote moed door andere vrouwelijke gevangenen op te beuren en ze liep trots naar de gaskamer, zich volledig bewust van het lot dat haar wachtte. Ze stelde een uitmuntend voorbeeld van moed en vasthoudendheid voor allen die het voorecht hadden haar te kennen.
Zij wordt nadrukkelijk voorgedragen voor het George Cross.