Woonde in Den Helder, Hartenstraat 2. Zoon van olieslagersknecht Willem Ludema (28 februari 1884 Leens - 2 december 1930 Hoogkerk) en Jantje Kamstra (18 maart 1884 Noordhorn). Huwde met Berendina van Olst (31 augustus 1912 Den Helder). Lid hulppolitie (site Erepeloton Waalsdorpervlakte/ordedienstman bij de Luchtbeschermingsdienst (overlijdensakten A177/1944 gemeente 's-Gravenhage en 6/1944 gemeente Den Helder)/rijwielhandelaar (Erelijst van Gevallenen). Lid verzet behorend tot de OD en de KP. Ludema overviel in de nacht van 21 op 22 juni 1943 met Hermanus Matheus Kok (26), Krijn Vreugdenhil (47), Roelof Zwinderman (26) en J. van Herwijnen het Gewestelijk Arbeidsbureau aan de Kanaalweg in Den Helder. Bij de mislukte overval werd Zwinderman doodgeschoten door een politieman die de wacht hield. Op 5 augustus 1943 is Ludema aangehouden. Van november 1943 tot aan de dag van zijn dood zat hij in het 'Oranjehotel'. Volgens een bericht in de gelijkgeschakelde pers in de oorlogsjaren was Ludema voorts betrokken bij het in brand steken van een wagon met veevoer op het station in Den Helder in maart 1943, een poging om twee maanden later een aanslag op het raadhuis in Den Helder te plegen en brandstichting in een gebouw van de NSB. Het Poliziestandgericht in 's-Gravenhage veroordeelde hem op 6 januari 1944 wegens zijn sabotagewerkzaamheden tot de doodstraf. Al de volgende ochtend werd hij samen met Vreugdenhil en Kok op de Waalsdorpervlakte geëxecuteerd. Zijn naam prijkt op een plaquette in het stadhuis in Den Helder.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!