Woonde in Putten, Hotel De Spreng. Zoon van koperslager Petrus Martinus Formanoij (26 juni 1843 Amsterdam – 26 november 1920 Harderwijk) en Johanna Jacoba Verhaar (11 november 1847 Utrecht – 25 december 1925 Enschede). Huwde op 6 september 1911 in Den Haag met Hendrika van Aken (13 januari 1881 Elspeet - 24 augustus 1969) Het echtpaar had een dochter. Huisschilder (huwelijksakte), later hotelhouder. Lid verzet. Formanoij maakte deel uit van een verzetsgroep die in Putten en omgeving actief was.
Op 13 februari 1945 werd hij gearresteerd wegens 'het verlenen van onderdak in zijn hotel aan de door de SD gezochte baronesse Van Holthe van Echten en het ter beschikking stellen van vergaderruimte ten behoeve van de illegaliteit uit Putten.' Eerst werd Formanoij overgebracht naar de Koning Willem-kazerne in Apeldoorn en daarna naar De Kruisberg in Doetichem.
Op 8 maart werd hij met 116 andere Todeskandidaten gefusilleerd als represaille voor de aanslag op SS-Befehlshaber Hanns Albin Rauter anderhalve nacht daarvoor in de buurtschap Woeste Hoeve. Zijn naam is in de glazen gedenkplaat van monument Woeste Hoeve gegraveerd.
Aanvankelijk begraven in een massagraf op Begraafplaats Heidehof in Ugchelen (Apeldoorn). In de zomer van 1945 herbegraven op Begraafplaats Koningsvaren in Ermelo, 1e klasse, grafnummer 143.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!