Woonde in Kampen. Zoon van smid Gerrit Brouwer (15 juni 1881 Grafhorst – 30 september 1916 Kampen) en Johanna Kanis (19 februari 1881 Kampen – 14 april 1962 Kampen) (1*). Gehuwd in oktober 1942 met Clasina van den Berg. Het echtpaar had twee dochters. Pompbediende petroleumboer/hulp fietsenmaker/elektricien/verwarmingsmonteur firma Wiersma in Kampen/8 oktober 1936 opleiding marechaussee te paard bij Depot Koninklijke Marechaussee in Apeldoorn/zes maanden later begin politieloopbaan in Drachten, vervolgens actief in Leeuwarden en Franeker/onderofficierscursus/oktober 1940 brigade Assen/wachtmeester, later opperwachtmeester/maart 1941 Loosduinen/augustus 1942 postcommandant Heille (Zeeuws Vlaanderen)/oktober 1943 postcommandant Nootdorp van de Marechaussee Brigade Nootdorp. Nederlands Hervormd. Lid verzet behorend tot de KP-Delft. Het snelle oprukken van de geallieerde legers bracht de Duitse Wehrmacht ertoe om overal in ons land zijn stellingen te versterken. In Nootdorp moesten op bevel van Räumingskommissar Dijkers, een Rotterdammer in Duitse dienst, woningen aan de Veenweg worden afgebroken. De gemeente werkte dat tegen. Reden voor Dijkers om met strafmaatregelen te dreigen. Gemeentesecretaris Van Eerd sprak daarom met Brouwer en verzetsman De Bruijn af hem bij een volgend bezoek te arresteren, zogenaamd op grond van zwarthandel (3*). Toen Dijkers op 7 september 1944 onverwacht op het gemeentehuis opdook, wist de gemeentesecretaris Brouwer en De Bruijn nog tijdig te waarschuwen om hem te grijpen (3*). Met een smoesje lokten zij bovendien zijn chauffeur Dietz naar binnen, voor wie eveneens een plekje in een cel werd ingeruimd. Wat erna in het gemeentehuis gebeurde, beschreef luitenant-kolonel buiten dienst Henk Westland in zijn serie De onbekende helden van 1940-1945 in het blad Marechaussee Contact: 'Toevallig komen die middag enkele illegale werkers voor een vergadering in het gemeentehuis. Van Eerd overlegt nu over de nieuwe situatie met Brouwer, De Hoog, Van Dorp en dokter van Dam. Ze besluiten om Dijkers te verdoven en daarna te doden. Ondertussen gaat de stevig gebouwde Dijkers enorm te keer in zijn cel en verwondt zich. Brouwer zegt hem dat er zo een dokter komt en Dijkers wordt naar het wachtlokaal gehaald. Daar verbindt dokter Van Dam hem en geeft hem een injectie. Alleen kalmeert hij niet en ook een tweede injectie werkt niet. Nu komen De Hoog en Van Dorp erbij, maar hun klappen met een gummistok halen ook niets uit. Dan pakt Brouwer zijn pistool en twee schoten treffen Dijkers in het onderlichaam, maar lijken hem niet te deren. De ontdane Brouwer loopt nu het wachtlokaal uit. De Hoog gaat hem achterna, pakt Brouwers pistool en schiet Dijkers dood.' Vervolgens brachten Brouwer en De Hoog het in jutezakken gewikkelde stoffelijk overschot met de personenauto van de brandweer weg en verborgen het in een duiker onder de rijksweg. Iedereen zou onderduiken en voor Dietz zou een onderduikadres worden gezocht. Dat laatste slaagde evenwel niet. Nadat de chauffeur had beloofd te zwijgen en onder te duiken werd hij vrijgelaten. Zijn belofte kwam hij niet na. Op grond van het onderzoek dat Sipo-man Bläse de volgende ochtend in Nootdorp instelde, concludeerde zijn chef Wölk dat Van Eerd en Brouwer te beschouwen waren als terroristen en 'an Ort und Stelle' – ter plekke – dienden te worden doodgeschoten. Voorts moesten hun woningen en het gemeentehuis in brand worden gestoken. 's Middags begaf Bläse zich, nu in gezelschap van twee Duitse en twee in burger geklede Nederlandse SD-medewerkers, opnieuw naar Nootdorp. De beide Nederlanders zouden als arrestanten fungeren. Bläse verzocht Brouwers collega Commandeur de 'gevangenen' in te sluiten. Omdat Brouwer de sleutel van het bureau had, ging hij hem waarschuwen. Onder bedreiging van machinepistolen moesten de twee marechaussees hun wapens afstaan. De Duitsers constateerden dat met die van Brouwer nog pas was geschoten.Ook werden in een van de cellen sporen van geweld ontdekt. In eerste instantie ontkende Brouwer, maar later meldde hij toch dat Dijkers in een cel was opgesloten en door anderen was weggevoerd. Volgens Bläse is Brouwer door de SD'er Weidlich doodgeschoten. Zes kogels in de rug en een genadeschot in het hoofd resulteerden in zijn dood. De woonhuizen van de beide politiemensen werden overigens ongemoeid gelaten. Het is na de oorlog niet gelukt om Weidlich op te sporen. Bläse en Wölk kregen beiden voor oorlogsmisdrijven twintig jaar gevangenisstraf. Chauffeur Dietz werd bestraft met 2,5 jaar detentie. Om Brouwer te gedenken is in 1946 aan de zijgevel van het gemeentelijk vergadercentrum aan het Raadhuispad in Nootdorp een plaat met een zwaard en een laurierkrans aangebracht. De tekst luidt: 'HIER VIEL 8 SEPTEMBER 1944 L. BROUWER WACHTMEESTER DER KON. MARECH. SLACHTOFFER VAN NEERLANDS VERZET TEGEN DUITSCHE TERREUR.'
(1*) Moeder Brouwer hertrouwde in januari 1949 met aannemer Dirk Wijnhoud (21 december 1880 Kampen – 28 december 1956 Kampen).
(2*) Laurens Adriaan – Louis – Dijkers (14 mei 1914 Rotterdam).
(3*) Niet vergeten mag worden dat indertijd – begin september 1944 – vrij algemeen de verwachting bestond dat Nederland spoedig zou worden bevrijd.
(4*) SS-Untersturmführer Kurt Paul Hans Bläse (29 mei 1900 Berlijn).
(5*) SS-Sturmbannführer Herbert Johannes Wölk (21 juni 1905 Neu-Grabowen); sinds 15 december 1942 leider van de Assendienstelle Rotterdam (in laatste deel van de oorlog Einsatzkommando Rotterdam).
(6*) Opperwachtmeester Marechaussee Nicolaas Jacobus Commandeur, later postcommandant van de Rijkspolitie Nootdorp.
Aanvankelijk in Wateringen begraven. Later herbegraven op het Nationaal Ereveld van de Oorlogsgravenstichting in Loenen, vak E, grafnummer 1302.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!