Woonde in Rinsumageest, Vliet E 85. Zoon van Aan (Dirks) Algra, (8 november 1857 Rinsumageest) en Tjitske (Dirks) Steringa (19 december 1860 Rinsumageest). Weduwnaar van Hinke van der Goot (overleden 29 november 1939 Appelscha). Landarbeider/veehouder/veehandelaar. Gereformeerd. In de nacht van 12 op 13 juni 1944 is Algra in zijn woonplaats door vier landwachters gearresteerd wegens het luisteren naar de verboden Engelse radiozender. Hij moest met het in beslag genomen toestel onder de arm naar de politiekazerne te Murmerwoude (thans Damwoude) lopen. Samen met Algra werden Tjisse Talsma, Max Vellema en Sipke Woudstra naar het huis van bewaring in Leeuwarden overgebracht. Gevangenisbrigadier Klaas Laverman uit Rinsumageest heeft nog geprobeerd te voorkomen dat Algra uit het huis van bewaring werd afgevoerd. Dat lukte niet, omdat hij als ‘Todeskandidat’ werd aangemerkt. Als represaille voor sabotage aan het spoorwegtraject tussen Wolvega en Heerenveen is hij in de berm van deze spoorlijn door Zollbeambten gefusilleerd. De vergeldingsmaatregel kostte tevens het leven aan Marcel Leiser (29 augustus 1923 Gouda) en Nicolaas Veltman (15 november 1911 Wolvega). De slachtoffers werden één voor één doodgeschoten. Volgens Pieter Wijbenga was er overigens slechts sprake van ,,een lichte, ondeskundige sabotage''. Wachtmeester H. Brander, die ter plekke de situatie in ogenschouw had genomen, meldde in een verbaal dat over een lengte van twee spoorstaven alle bouten en schroeven waren afgezaagd en vervolgens weer los op hun plaats waren gezet. De stoffelijke overschotten van de drie mannen moesten een etmaal ter afschrikking op de fusilladeplaats blijven liggen. Algra's naam staat op een oorlogsmonument in Rinsumageast en op een eenvoudige gedenksteen op de plaats van executie.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!