Albertus Johannes Antonius Haverkort woonde aan de Iepenlaan 11 te Sassenheim. Hij was de zoon van arbeider/tuinman Herm Hendrik - roepnaam Harm - Haverkort (5 oktober 1854 Slagharen - 10 augustus 1923 Leiden) en Maria Theresia Schomaker (5 maart 1863 Dedemsvaart - 10 januari 1942 Warmond). Albertus Haverkort was gehuwd met Margaretha Barbara Karrer (11 januari 1906 Neurenberg, Duitslaand - 8 september 1972 Sassenheim). Het echtpaar had vijf kinderen. Hij werkte als Bakker en Handelsreiziger, was Rooms-Katholiek en lid van het verzet.
Albertus Haverkort (roepnaam Bertus) maakte deel uit van de verzetsgroep Neteson in Overveen. Hij gaf zes joodse mensen en een gedeserteerde Poolse soldaat onderdak. Op 16 juni 1944 ging hij op de fiets in Hillegom gist afleveren bij bakker Maarten de Man (12 november 1907 Haarlemmermeer). Samen zijn beiden aangehouden op beschuldiging een Pool te hebben verborgen. Volgens het Nationaal Monument Kamp Vught was er waarschijnlijk sprake van verraad. Haverkort werd afgevoerd naar het Rotterdamse politiebureau Haagsche Veer, waar hij is gemarteld. Hierna volgde eerst overbrenging naar het 'Oranjehotel' in Scheveningen en op 27 juli 1944 naar het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort (gevangene nummer 3592), waar hij tot 29 augustus 1944 verbleef. Een dag voordat hij werd doodgeschoten, kwam hij in Vught aan. Zijn naam staat op het monument op de fusilladeplaats en de herdenkingswand in de bezinningsruimte van het Nationaal Monument Kamp Vught. Bovendien staat zijn naam op het oorlogsmonument op de hoek van de Wilhelminalaan en de Hoofdstraat in Sassenheim.
Haverkort is gecremeerd in het concentratiekamp Vught.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!