Woonde in Krakau. Ongehuwd. Sergeant-vlieger 306 Royal Air Force Squadron. Rooms-Katholiek. Tijdens de retourvlucht van een missie boven het Duitse Magdeburg moest Oberdak op 30 mei 1944 met zijn Mustang een noodlanding maken bij Dalmsholte in de omgeving van Ommen. Met zijn toestel landde hij in een weiland. Leden van het plaatselijke verzet pikten de vlieger op en lieten hem onderduiken. In totaal op negen verschillende adressen. Onder meer in Dalfsen, Hasselt, Harskamp, Amsterdam, Hoenderloo en Harderwijk. Vermoedelijk ten gevolge van verraad is hij op 24 december 1944 gearresteerd en overgebracht naar de gevangenis De Kruisberg in Doetinchem. Wegens spionage is hij tot de doodstraf veroordeeld. Samen met 116 lotgenoten is hij gefusilleerd als represaille voor de aanslag op de hoogste SS-Führer in Nederland Hanns Albin Rauter op 6 maart 1945 bij Woeste Hoeve. Jaren lang, tot 2 november 1982, lag Oberdak als onbekende begraven op het onder beheer van de Oorlogsgravenstichting staande Nederlandse Ereveld in Loenen. Velen hebben zich beijverd om de identiteit te achterhalen van dit onbekende slachtoffer. Vooral voormalig adjudant/rechercheur van de Apeldoornse gemeentepolitie Wijcher Beens heeft veel inspanningen gedaan om de onbekende een naam te geven. Pas in 2005 zorgde de Poolse regering er naar aanleiding van persberichten in De Stentor voor dat een officieel rechtshulpverzoek aan Nederland is gedaan om na te gaan wat er met Oberdak was gebeurd. Het onderzoek is uitgevoerd door de nationale recherche. Nadat een volledig beeld tot stand kwam is daarover bij de Poolse autoriteiten een rapport ingeleverd. Omdat een verzoek tot identificatie achterwege bleef nam de nationale recherche zelf het besluit om de zaak definitief af te ronden. Uiteindelijk heeft DNA-vergelijking bij de Oorlogsgravenstichting de doorslag gegeven tot identificatie. Op 10 december 2009 zijn de stoffelijke overblijfselen van de Poolse vlieger met militaire eer bijgezet in Krakau. Daarbij werden de Poolse en Nederlands volksliederen ten gehore gebracht, drie saluutschoten gelost en een serie kransen op het graf neergelegd. Zijn toen 92-jarige zuster Ludmila ontving het horloge wat in het graf van haar broer was gevonden. Zij schonk het aan de rooms-katholieke kerk in Krakau. Defensie had hierop geanticipeerd en bood een in goud met vijf diamantjes familiesieraad aan gelijk aan dit horloge. Daarin staan de initialen C. O. in de kleuren van de Poolse luchtmacht. Reeds in 1995 hadden nabestaanden van de Woeste Hoeve-slachtoffers zijn naam op het Woeste Hoeve monument aangebracht.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!